Als een vrouw praat met een man die haar lichaam keurend bekijkt en zijn ogen iets te lang op haar borsten gericht houdt, wordt ze slechter in wiskunde.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek, gedaan door psycholoog Sarah Gervais van de Universiteit van Nebraska te Lincoln. Hierbij werden 67 vrouwelijke en 83 mannelijke proefpersonen gekoppeld aan iemand van het tegenovergestelde geslacht waarmee ze moesten samenwerken.
Wat ze niet wisten, was dat deze partners onder één hoedje speelden met de onderzoekers en dat een deel van hen een bijzondere opdracht had meegekregen: ze moesten de persoon waarmee ze een paar vormden van top tot teen bekijken bij hun ontmoeting, en daarna tijdens het praten drie keer net wat te lang naar hun borstpartij staren. (Daar was overigens, gek genoeg, een ‘staar-training’ van dertig uur per medewerker voor nodig.) Bovendien gebruikten deze starende medewerkers in hun schriftelijke beoordeling van (en gericht aan) hun partner woorden die betrekking hadden op het uiterlijk van die partner (“Je zag eruit alsof je deze taak wel aan zou kunnen”, in plaats van “Je antwoorden op mijn vragen gaven me de indruk dat je deze taak wel aan zou kunnen”) – dit om bij de proefpersoon het idee te versterken dat hij of zij inderdaad aandachtig was bekeken. Na deze samenwerkoefening moesten de proefpersonen in tien minuten tijd twaalf wiskundeopgaven maken.
Het resultaat: vrouwen die waren gekoppeld aan een mannelijke medewerker die hen had ‘uitgecheckt’, beantwoordden gemiddeld vijf opgaven juist (4,88 om precies te zijn), terwijl vrouwen die met een niet-starende medewerker hadden samengewerkt zes vragen (6,00) goed hadden. Bij de mannelijke proefpersonen – die dus gekoppeld waren aan een vrouwelijke medewerker – werd een dergelijk verschil in prestatie niet waargenomen.
Een verklaring die Gervais geeft voor de slechtere resultaten van de bekeken vrouwen, zit hem in het fenomeen ‘stereotype threat’. Uit veel eerdere onderzoeken is al gebleken dat als je benadrukt dat mensen horen bij een groep waar een bepaald vooroordeel over bestaat, ze zich onbewust naar dat vooroordeel gaan gedragen. Dus, zo redeneert Gervais, als je vrouwen op hun vrouwelijkheid wijst door een man nadrukkelijk hun lichaam te laten keuren, dan gedragen ze zich daardoor naar het stereotype idee dat vrouwen niet goed in wiskunde zijn. Daarnaast is het mogelijk dat vrouwen die aan een ‘objectiverende’ blik zijn onderworpen, zoals het officieel heet, zich minder goed kunnen concentreren.
Overigens bleek uit het onderzoek ook dat vrouwelijke proefpersonen die waren gekoppeld aan een man die hun lichaam bekeek, méér geneigd waren om in de toekomst met dezelfde partner samen te werken dan de vrouwen die waren toebedeeld aan een man die geen interesse toonde in hun lichaam. “Dat leidt tot een vicieuze cirkel voor vrouwen die het minder goed doen dan ze zouden kunnen op wiskundig gebied, of op hun werk”, zegt Gervais. “Ze voelen zich aangetrokken tot de mensen die er juist voor zorgen dat ze onderpresteren.”
Het wetenschappelijke artikel over het onderzoek wordt in maart gepubliceerd in het tijdschrift Psychology of Women Quarterly.
Bronnen: Psychology of Women Quarterly, LiveScience
Beeld: Miss Pupik