Mieren zijn slimmer dan je denkt. Wanneer je ze sponzen geeft, maken ze er gretig gebruik van om honingrijke vloeistoffen te vervoeren.
Naast primaten en een aantal vogelsoorten kan nu ook de bescheiden mier worden toegevoegd aan het illustere rijtje dieren dat met gereedschappen overweg kan. Onderzoekers van de Hongaarse Universiteit van Szeged hebben ontdekt dat mieren de meest absorberende en gebruiksvriendelijke voorwerpen selecteren om honing te vervoeren naar het nest.
In stukjes scheuren
István Maák en zijn collega’s gaven twee soorten mieren schaaltjes met vloeistoffen van water en honing. Daarnaast gaven ze hen de beschikking over verschillende hulpmiddelen, zowel van natuurlijke oorsprong (zoals takjes en zandkorrels) als kunstmatige (sponzen en papier).
De ene soort gebruikte vooral zandkorrels om verdunde honing te vervoeren, maar bij pure honing hadden de sponzen de voorkeur. De meeste mieren scheurden de sponzen zelfs in stukjes, waarschijnlijk omdat ze zo gemakkelijker te gebruiken zijn.
Al doende leren
De andere mierensoort gebruikte in het begin alle gereedschappen, om uiteindelijk bij de sponzen en het papier uit te komen. Volgens de onderzoekers leerden de dieren al doende.
Het is bijzonder dat de mieren juist voor de kunstmatige hulpmiddelen, die niet in hun natuurlijke leefomgeving voorkomen, kozen. Blijkbaar zijn de minuscule hersens van de mieren goed in staat de eigenschappen van de voorwerpen en de te vervoeren vloeistof in te schatten. Vooral het absorptievermogen en het gebruiksgemak van het gereedschap leek van belang.
Genetisch bepaald
Volgens de onderzoekers is dit talent van gereedschapsgebruik te verklaren doordat de Aphenogaster-mieren in tegenstelling tot andere mieren hun maag niet kunnen vergroten. Zo zijn ze gedwongen creatieve manieren te bedenken om voedsel toch te kunnen vervoeren en bewaren in hun nest. Hier hebben ze in de loop der evolutie gunstige genen voor ontwikkeld.
Bronnen: Animal Behaviour, New Scientist
Beeld: J. Coelho/CC-BY