Iets warmer dan het absolute nulpunt zal het in de doos worden die NASA naar de ruimte stuurt.
Is het 18 graden Celsius in huis? Dan ril je af en toe al van de kou en gaat de verwarming naar standje 21 graden. Maar er is koud en er is écht koud. Een doos van dit laatste kaliber zal NASA dit jaar naar het ruimtestation ISS schieten. In deze ‘vriezer’ wordt het een miljardste graad boven het absolute nulpunt.
Superfluïde
Dat betekent dat het slechts een miljardste graad boven -273,15 graden Celsius ligt. De temperatuur behaalt NASA met behulp van onder meer lasers en een vacuümkamer. Deze instrumenten in de box, genaamd de Cold Atom Laboratory (CAL), zorgen ervoor dat de atomen nog maar een heel klein beetje bewegen.
De atomen kunnen zo in de kwantumfaseovergang Bose-Einsteincondensaat terechtkomen. De deeltjes worden dan superfluïde, ze vertonen geen viscositeit meer. Projectleider Anita Sengupta legt uit: “Als je superfluïde water laat draaien in een glas, draait het voor altijd. Er is geen viscositeit om het te vertragen en kinetische energie gaat op deze manier ook niet verloren.” Sengupta denkt dat meer inzicht in dit proces uiteindelijk een efficiënter energiesysteem kan opleveren.
Zomer
Met beide benen op de aardse grond hebben onderzoekers overigens al wel het Bose-Einsteincondensaat bestudeerd. Dus waarom ook nog in de ruimte? Op aarde zorgt de zwaartekracht er voor dat je superfluïden slechts een fractie van een seconde kunt aanschouwen. NASA verwacht dat je ze in de ruimte maar liefst 5 tot 10 secondes kunt onderzoeken.
Als alles volgens plan verloopt, zal de supervriezer deze zomer tijdens de missie SpaceX CRS-12 naar het ISS worden gestuurd. Wanneer wij zelf dus ook wel wat verkoeling kunnen gebruiken…