Konijnenpopulaties kunnen snel in omvang toenemen en ware plagen veroorzaken. Ze knagen alles kapot, van begroeiing en tuinhekken tot de houten constructies van stacaravans in de duinen. Toch heeft het konijn het de afgelopen zestig jaar niet altijd makkelijk gehad.
Dat kwam in de eerste plaats door de mens, die in de jaren vijftig de ziekte myxomatose (zie foto) introduceerde om de konijnenplagen in Australië en Europa te bestrijden. Slechts 10 procent van de konijnen op beide continenten bleek bestand tegen dit pokkenvirus.
Begin jaren negentig dook er een nieuwe ziekte op: rabbit haemorrhagic disease (RHD), dat wederom 90 procent van de konijnen deed sterven, aan interne bloedingen. Op dit moment is het konijn weer aan de winnende hand: het virus is verzwakt. Bovendien krijgen jonge konijnen immuniteit van hun moeder, die ze vast houden als ze kort daarna besmet raken. Alleen geïsoleerde populaties zoals op het eiland Schiermonnikoog hebben nog moeite zich te herstellen.
Dit is een fragment van de rubriek ‘In 5 minuten konijnen’ uit KIJK 4/2011, in de winkel van 11 maart tot en met 10 april. De tekst werd geschreven door Jop de Vrieze.
Beeld: Blythe Wildlife Rescue