Onderzoekers vinden het maar wat leuk om zich bezig te houden met de wetenschappelijke kant van sciencefictionfilms of -series. Zo ook Star Wars.
Je hoeft geen enorme Star Wars-fan te zijn om de robots R2-D2 en BB-8 te kennen. De bliepende androïden, ook wel astromechdroïden genoemd, zijn onmisbaar voor de bemanning aan boord van de ruimteschepen. Zo voeren ze reparaties uit, helpen ze bij het besturen van de schepen en mengen ze zich zelfs in gevechten.
Aangezien de robots dus zo belangrijk zijn voor het leven in een galaxy far, far away vroeg Robin Murphy, die robotica-docent is aan de Texas A&M University, zich af of we ook wat aan de bots in het echte leven zouden hebben. Ze zocht het uit.
Geen armen
Murphy keek naar verschillende eigenschappen van beide ruimterobots om te kunnen beoordelen of ze nuttig zijn hier op aarde. Ten eerste bekeek ze kritisch de ‘lichaamsbouw’, want daar is iets geks mee: de androïden missen armen! Wel dragen ze een paar handige gereedschappen onder hun schild, maar volgens Murphy komen die vooral goed van pas in de Star Wars-wereld. Op aarde hebben we er niet heel veel aan en wensen we toch beschikking te hebben over robots met op z’n minst twee armen.
Kijk maar naar NASA’s Robonaut, schrijft ze in haar artikel dat in Science Robotics is gepubliceerd. Deze humanoïde bestaat alleen maar uit armen, zijn benen zijn overbodig, maar de armen zijn ontzettend belangrijk om hand-en-spandiensten te verrichten aan boord van het internationaal ruimtestation (ISS), bijvoorbeeld.
Wegzakken in het zand
Vervolgens keek Murphy naar de manier waarop de astromechs zich voortbewegen. Neem nou BB-8. Het schattige bolletje kan supersnel over verschillende soorten bodems rollen, zelfs over zand, maar in de echte wereld gaat dat helemaal niet zo makkelijk. Iedereen die met een auto over het strand heeft gereden, weet hoe snel de wielen zich in het zand kunnen begraven en op hun plaats blijven draaien.
Bliepjes
Maar gelukkig zijn de Star Wars droids niet compleet nutteloos; Murphy is namelijk wel te spreken over hun non-verbale manier van communiceren. Terwijl sommige robots in Star Wars wel Engels kunnen praten (C-3PO), gebruiken BB-8 en R2-D2 fluitjes en bliepjes om duidelijk te maken hoe ze zich voelen.
Een ander onderzoek, uitgevoerd in 2015 door Robin Read, heeft aangetoond dat deze fluitjes en bliepjes effectief kunnen worden gebruikt door echte robots bij het aanspreken van kinderen en volwassenen. “Die non-verbale communicatie werkt dus erg goed”, zegt Murphy.
Kortom, hoewel R2-D2 en BB-8 een kei zijn in communiceren via allerlei geluidjes en dit wel degelijk nut kan hebben in de echte wereld, zijn de robots over het algemeen niet erg handig op onze aardkloot.
Toch jammer. Een real life BB-8 had me best leuk geleken:
Bronnen: Science Robotics, Popular Mechanics, The Verge
Lees ook:
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!
