Voordat er behoorlijke pijnstillers waren, had de mens andere methodes om hoofdpijn te lijf te gaan.
- Aderlating. Het aftappen van bloed tegen hoofdpijn werd al door de oude Grieken en Romeinen gedaan. En niet alleen via de arm, zo blijkt uit geschriften van Aretaeus: “Neem een dikke ganzenveer en maak inkepingen in de steel, zoals van een zaag. Duw de steel in de neus van de patiënt en schraap totdat er een hevige neusbloeding ontstaat.”
- Mol. De Arabische medicus Ali Ibn Isa bond zijn patiënten in de tiende eeuw een dode mol op hun hoofd. Daarmee moesten ze rondlopen totdat ze van hun hoofdpijn af waren.
- Knoflook. De arts van de koninklijke familie in Spanje adviseerde in de tiende eeuw om een sneetje te maken in de slapen van de patiënt en daar een hele knoflookteen in aan te brengen.
- Elektriciteit. Vanaf de achttiende eeuw gebruikten medici elektriciteit als remedie tegen pijn. Uit de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen (1762): “Als een slaaf klaagt over ernstige hoofdpijn, zal hij één hand op zijn hoofd leggen en met de ander een [sidder]aal aanraken. De slaaf zal acuut geholpen zijn.”
Dit is een fragment van de rubriek ‘In 5 minuten hoofdpijn’ uit KIJK 5/2011, in de winkel van 6 mei tot en met 2 juni. De tekst werd geschreven door Roel van der Heijden.
Meer informatie: