Honden worden gemiddeld twaalf jaar oud, terwijl katten dan nog zo’n drie jaar hebben te gaan. Waarom worden poezenbeesten ouder?
Katten worden met een gemiddelde eindleeftijd van vijftien jaar een tikkeltje ouder dan honden, die het na zo’n twaalf jaar moeten opgeven. Waar komt dit verschil vandaan? Vooral bij rashonden heeft kruising en selectie extreme vormen aangenomen, tot inteelt aan toe. Vanzelfsprekend komt dat de algehele gezondheid van honden niet ten goede. De kat is daarentegen veel minder in de juiste vorm ‘gekneed’ en lijkt nog relatief veel op zijn voorgeslacht.
Meer in huis
Maar we gaan verder terug in de tijd, nog voordat de wilde kat en de wolf huisdieren werden. Wilde katten leefden toen voornamelijk solitair, in hun eentje dus. Wolven hielden zich op in roedels, waar de kans om aan een besmettelijke ziekte te sterven groter is.
Daarnaast hebben katten lichamelijk gezien meer in huis om zich te verdedigen dan wolven. Een wolf heeft dan wel een krachtig stel kaken, maar een kat bezit naast zijn tanden ook een stel vlijmscherpe klauwen én hij is een stuk leniger.
Een dier dat weinig risico loopt om te sterven, heeft meer kans om zijn potentiële eindleeftijd te bereiken. Dat geeft de soort meer kans om ook in genetische zin steeds wat ouder te worden. Bij soorten waarvan dieren op jongere leeftijd doodgaan, is deze kans kleiner en gaat het ouder worden van de soort langzamer.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl! Deze vraag kon je vinden in KIJK 11/2017.
Tekst: Jasper Verhaar
Lees ook:
- Katten: in huis poeslief, buiten een moordmachine
- ‘Honden ruiken angstzweet’
- Katten: van wild naar gedomesticeerd
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!