Een recent ontdekte soort rivierdolfijn blijkt veel socialer dan men voorheen dacht. De beesten lijken elkaar de ‘oren van het hoofd’ te kwetteren.
Een kleine vijf jaar geleden spotten onderzoekers in de Araguaia, een rivier in Brazilië, een bijzonder leuke, nieuwe bewoner; de Araguaiaanse rivierdolfijn. Het dier, dat ook wel de boto wordt genoemd, zou vrij solitair zijn, want veel contact leken de dolfijnen niet met soortgenoten te hebben. De onderzoekers vermoedden dan ook dat er daarom niet veel meer dan simpele communicatie tussen de dieren zou zijn.
Maar dat blijkt nu toch anders, schrijven biologen verbonden aan de Vermont-universiteit in vakblad PeerJ. De rivierdolfijnen hebben wel degelijk sociaal contact, en babbelen er flink op los. Het in beeld brengen van de blijkbaar uitgebreide vocabulaire van de rivierdolfijn vertelt ons niet alleen meer over hen, het helpt ook uit te dokteren hoe communicatie bij zeezoogdieren is geëvolueerd, stelt het team.
Lees ook:
Vismarkt
Niet alleen de relatief recente ontdekking maakt dat we nog weinig weten van de Araguaiaanse rivierdolfijn. De boto, oftewel de Inia araguaiaensis, is sowieso lastig te onderzoeken. Hoewel de Araguaia – de rivier van de rode Ara’s – en de Tocatins, waar de eerste een zijrivier van is, heldere wateren zijn, zijn de dieren namelijk schuw.
De onderzoekers hadden dus een mazzeltje toen ze in het Braziliaanse Mocajuba een vismarkt vonden waar de boto’s kind aan huis waren – waarschijnlijk in de hoop een visje mee te pikken. Met onderwatercamera’s en microfoons konden de biologen het gedrag van, en de interacties tussen de (minder schuwe) dolfijnen bestuderen. Naast video- en geluidsopnamen, werden ook DNA-monsters van de dieren genomen.
Kwetter-repertoire
Verreweg het meest voorkomende geluid bleek dat van baby dolfijntjes te zijn die korte, tweedelige ‘gilletjes’ uitstootten als ze moederlief in het vizier hadden. Uiteindelijk wisten de onderzoekers 237 verschillende soorten geluiden te identificeren. Maar ondanks de 20 uur aan opnamen, vermoedt het team dat ze nog niet het volledige repertoire aan gekwetter hebben.
De korte gilletjes van de kalveren zijn waarschijnlijk bedoelt om zichzelf de identificeren tegenover soortgenoten, menen de onderzoekers. Marine dolfijnen, zoals de tuimelaars, doen dat ook, hoewel dat meer als een soort gefluit klinkt. De boto’s maakten ook wel langer klinkende en fluitende geluiden, maar die waren een stuk zeldzamer. Het doel van die geluiden is nog niet duidelijk.
Walvisfamilie
Ook bijzonder aan het gekwetter is de frequentie. De geluiden liggen ergens tussen de lage, lange-afstandsroep van de baleinwalvis en de hoge geluiden die marine dolfijnen gebruiken over korte afstanden. Dat zou te maken kunnen hebben met de overstroomde bossen die de boto’s hun thuis noemen. “Wellicht is het signaal zo geëvolueerd dat het niet terugkaatst tegen al die obstakels in het water”, zegt May Collado, een van de auteurs.
De bevindingen moeten helpen een beter beeld te krijgen van hoe communicatie bij zeezoogdieren is ontstaan. De rivierdolfijnen hebben zich in de evolutionaire stamboom veel eerder afgescheiden van andere walvisachtigen (Cetacea) dan marine dolfijnen. Door de verschillen en overeenkomsten tussen geluiden van soorten naast elkaar te leggen, hopen de onderzoekers te ontrafelen welke signalen het eerst ontstonden, en waarom.
Bronnen: PeerJ, EurekAlert!, Gizmodo
Beeld: Paulo Castro, University of Vermont/Youtube
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!