Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Aan de hand van experimenten in een ‘lege sneeuwbol’ trachten onderzoekers het gewichtheffersgedrag van de hommel te ontrafelen.
Een gewicht van 50 kilogram vervoeren als je zelf 85 kilogram weegt, is op zijn zachtst gezegd een hele opgave. Toch is het precies wat de hommel Bombus impatiens doet: een lading van 60 tot 75 procent van zijn lichaamsgewicht van A naar B brengen. Veelal gaat het dan om een vracht nectar. Hoe het beestje dit voor elkaar krijgt? Biologen van de University of California, Davis hebben er een studie aan gewijd.
Lees ook:
Hommel in sneeuwbol
De onderzoekers voerden experimenten uit om het energieverbruik van de hommels tijdens hun vlucht te meten. Nou ja, een echte vlucht kon je het niet noemen. De biologen plaatsten de insecten in een soort lege sneeuwbol en bevestigden kabels aan hun lichaampjes om vracht na te bootsen. Vervolgens maakten ze camerabeelden van de dieren.
Bovendien maten ze de hoeveelheid koolstofdioxide die de hommels produceerden tijdens het zwoegen om hun energieverbruik te bepalen. “De dieren verbranden met name suikers tijdens het vliegen. Met deze methode kun je precies vertellen hoeveel suiker ze hebben verbruikt”, zegt bioloog Susan Gagliardi in het persbericht.
Spaarstand
Aan de hand van de camerabeelden zagen de onderzoekers dat de hommels hun vlieggedrag aanpassen aan het gewicht dat ze meezeulen. Meer vracht betekent een grotere slagamplitude, oftewel: de vleugels van de dieren leggen per slag een grotere afstand af. Ook slaan ze vaker met hun vleugels. Deze twee aanpassingen zorgen ervoor dat de beestjes meer lift creëren om met het extra gewicht te kunnen vliegen. Dit vergt echter wel meer energie.
Maar tot hun grote verbazing ontdekten de onderzoekers dat sommige hommels juist minder energie verbruiken als ze een grotere lading van A naar B vervoeren. De beestjes lijken dan hun spaarstand aan te zetten. De biologen weten nog niet precies hoe de hommels dit bewerkstelligen, maar ze opperen dat dit te maken heeft met de beweging die de dieren met hun vleugels maken tussen de slagen door.
Kleine machines
Gagliardi staat versteld van de flexibiliteit van het hommelgedrag: “Toen ik begon in dit vakgebied zagen veel onderzoekers hommels als kleine machines. We dachten dat de dieren zich op de ene manier gedroegen als ze geen vracht meenamen, op een andere manier als ze 50 procent lading meezeulden en weer op een andere manier als dit percentage hoger lag. Maar hommels lijken zelf de dienst uit te maken.”
Ecoloog Quint Rusman, verbonden aan Wageningen University en niet betrokken bij het onderzoek, is zeer te spreken over de hommelstudie. “Vanuit de ecologie weten we dat hommels zeer flexibel zijn in hun foerageergedrag (het zoeken naar voedsel, red.) Nu blijkt uit dit artikel dat hommels ook zeer flexibel zijn in hun vlieggedrag, om het foerageren te optimaliseren”, vertelt Rusman.
“De studie is zeer goed onderbouwd vanuit een natuurkundig perspectief. Verder wordt het energieverbruik en het vlieggedrag met gedetailleerde technieken gemeten onder extreem gecontroleerde omstandigheden”, vervolgt hij. Maar dit laatste is ook een zwakte volgens Rusman: “Buiten in de natuur zijn de omstandigheden heel anders dan in het laboratorium. Het zou heel interessant zijn om te kijken of onder meer variabele condities hommels nog steeds meer efficiënt worden met zwaardere ladingen.”
Bronnen: Science Advances, New Atlas