Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Onderzoekers hebben tweeduizend jaar oude zaden laten uitgroeien tot planten, om vervolgens hun genen te bestuderen.
Het uitpluizen van het genoom (het geheel aan genen van een organisme) is op zichzelf al een lastig klusje. Laat staan als wetenschappers moeten werken met honderden jaren oud genetisch materiaal. Toch is het onderzoekers al meerdere keren gelukt om informatie uit oude DNA-monsters te halen. Hierdoor hebben we bijvoorbeeld meer inzicht gekregen in het leven van de uitgestorven Neanderthaler.
Het genoom van gefossiliseerde plantendelen analyseren, brengt nog een extra uitdaging met zich mee. Waar bijvoorbeeld gewervelde dieren botweefsel hebben waarin DNA goed bewaard blijft, hebben planten dit niet. Hun genetische materiaal vergaat daardoor sneller. Niet dat paleobotanici zich hierdoor uit het veld laten slaan; van gefossiliseerde maïs- en rijstplanten is het DNA bijvoorbeeld ook al bestudeerd.
Lees ook:
2400 jaar geleden
En onlangs was de dadelpalm aan de beurt, een 15 à 25 meter hoge plant die voornamelijk wordt geteeld in Noord-Afrika en Arabische landen. Onderzoekers van de New York University wisten het genoom van vergane exemplaren op een bijzondere manier uit te pluizen. Ze lieten namelijk oude zaden van de plant (Phoenix dactylifera L.) ontkiemen om vervolgens het DNA onder de loep te nemen.
De zaden die de paleobotanici hebben gebruikt, zijn teruggevonden in het zuiden van De Levant, een streek in Zuidwest-Azië. Het gaat om zaden die onder de aarde werden bedolven tussen 400 voor Christus en 200 na Christus; 2400 tot 1800 jaar geleden dus. Door de genomen van de ontkiemde zaden te analyseren, hebben de onderzoekers nu meer inzicht gekregen in de evolutie van de dadelpalmen in deze periode.
Romeinse Keizerrijk
Zo merkten de wetenschappers op dat jongere zaden – dus de zaden die rond de 2000 jaar oud waren – meer genen van een andere soort bij zich droegen dan de zaden die 400 v.Chr. ‘vergingen’. Deze andere soort bleek de Kretenzische dadelpalm (Phoenix theophrasti), een 10 meter hoge palm die nu groeit op Kreta, een aantal andere Griekse eilanden en Turkije.
De onderzoekers suggereren dat deze vermenging van genen weleens veroorzaakt zou kunnen zijn door de invloed van het Romeinse Keizerrijk. Deze staat – die rond het begin van de jaartelling ontstond en de laatste fase in de geschiedenis van het Romeinse Rijk besloeg – zou westerse planten naar De Levant hebben gebracht.
Het onderzoek is gepubliceerd in vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.
Bronnen: PNAS, New York University via EurekAlert!
Beeld: Sarah Sallon