Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Op de bodem van de Weddellzee spotten onderzoekers een kolossale broedplaats van ijsvissen. Nog nooit zagen we zoveel visnesten bij elkaar.
Tijdens een routine expeditie in de Weddellzee in Antarctica zagen biologen aan boord van onderzoeksschip RV Polarstern iets bijzonders. Krater na krater, elk ongeveer zo groot als een hoelahoep, pokte er de zanderige zeebodem. Het bleken nesten van ijsvissen te zijn, zo ver als het oog reikt.
De onderzoekers schatten dat er in het gebied, dat honderden vierkante kilometers beslaat, een duizelingwekkende 60 miljoen actieve visnesten liggen. Dat maakt het verreweg de grootste visbroedplek tot nu toe. Ter vergelijking: de vorige ’titelhouder’ telde slechts 60 nesten.
Lees ook:
Nest, na nest, na nest
IJsvissen (Neopagetopsis ionah) gedijen, zoals de naam al suggereert, in ijzige wateren net boven het vriespunt. De biologen ontdekten de broedplaats in februari van 2021, toen ze met onderwatercamera’s de pakweg 500 meter diepe zeebodem van de zuidelijke Weddellzee in Antarctica onder de loep namen.
Gedurende de vier uur op het onderzoeksschip stroomden de foto’s en video’s van de nesten haast onafgebroken binnen. Sommige nesten waren leeg, maar de meeste waren gevuld met duizenden eieren. Gemiddeld waren dat er 1735 per nest, zo schatten de biologen.
Die groeien overigens lang niet allemaal uit tot volwassen vissen. Zo zijn de eitjes een lekkere snack voor zeesterren, -spinnen en borstelwormen. Niet vreemd dus dat vader- en moedervis hun nest nauwlettend in de gaten houden.
Prettige plek
De biologen schatten dat er op de lap zeebodem 60 miljoen visnesten liggen. Op de grote vraag ‘waarom nou juist hier?’ hebben de onderzoekers nog geen definitief antwoord. Misschien zijn het warmere onderwaterstromen die de ijsvissen naar de plek voeren, of maakt een forse hoeveelheid smakelijk plankton het voor de kolonie een fijne plek tijdelijk te vertoeven.
Maar wat de plek werkelijk zo aantrekkelijk maakt, zal vervolgonderzoek moeten uitwijzen. En, als het aan de biologen ligt, komt dat onderzoek er ook zeker. Zo installeerden ze tegen het eind van de expeditie alvast een camera die de broedplaats (lees: een klein deel ervan) dagelijks gedurende twee jaar zal vastleggen.
Bronnen: Current Biology, New York Times
Beeld: AWI Ofobs