Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Geloven kinderen in Sinterklaas en andere fantasiefiguren doordat ze een stuk minder sceptisch zijn dan volwassenen? Volgens Ronald Veldhuizen ligt dat toch anders.
Het grootste complot van het jaar zit er alweer even op. Sinterklaas is huiswaarts gekeerd en honderdduizenden kinderen blijven tevreden achter, overtuigd van zijn bestaan en terugkomst volgend jaar. Weinig andere fantasiefiguren kunnen op zo’n massaal overtuigde achterban rekenen als de goedheiligman. Logisch natuurlijk, want vergeleken bij volwassenen snappen kinderen het verschil niet tussen wat echt of fantasie is. Goedgelovige sufferdjes.
Lees ook van Ronald Veldhuizen:
Zien is geloven
Het gekke is: daar klopt weinig van. Wetenschappers proberen kinderen al jaren van alles wijs te maken, maar dat gaat eigenlijk heel moeizaam. Het heeft er alles van weg dat kinderen juist relatief sceptisch zijn. En volwassenen toch een stuk minder. Kinderen accepteren die nieuwe fantasiewezens bijvoorbeeld niet zomaar. Zo werd een groep kinderen wijsgemaakt dat ‘een onzichtbare prinses’, genaamd Alice, in de onderzoeksruimte van Jesse Beringer zat. Zij zag erop toe dat 5- tot 10-jarige kinderen geen koekjes zouden pakken als de onderzoeker even de ruimte uitliep. Een derde van de jongste kinderen weigerde te geloven dat Alice echt was, en zelfs de kinderen die erin zeiden te geloven gedroegen zich alsof de prinses niet bestond: ze namen vaak gewoon een koekje.
Opvallend is dat kinderen steevast hun geloof toetsen aan wat ze met eigen ogen kunnen zien. Toen wetenschapper Rohan Kapitány kinderen vroeg wat zaken te rangschikken op echtheid, zoals mensen die ze kennen, dinosaurussen, aliens, de Kerstman, en een groep muzikanten bekend van kindertelevisie, bleek al gauw dat de Kerstman voor kinderen toch onderdoet voor mensen die ze vaak zien, op tv of in levende lijve.
Dat kinderen desondanks in de Sint of de Kerstman geloven is niet het gevolg van hun goedgelovigheid, denkt psycholoog Jacqueline Woolley, maar komt puur door het feit dat volwassenen wekenlang toneelspelen om de illusie te verkopen. Nogal wiedes dat veel kinderen er dan langzaam óók van overtuigd raken – tot op zekere hoogte dan.
Flinke dosis scepsis
Bij volwassenen is het juist andersom. Uit Woolleys onderzoek blijkt dat ze veel eerder geneigd zijn om vurig te geloven in onzichtbare krachten waarvoor nul bewijs bestaat, zoals goden, buitenaardse wezens en allerlei zweverige krachten die ons lot bepalen. Juist de goedgelovigheid van volwassenen is wat hier afwijkt. En dat die problemen geeft, hebben we de afgelopen tijd goed gezien. Omdat ongeveer één op de zeven volwassenen allerlei fantasieën en complotten over het coronavirus met diepe overtuigingen koesteren, weigeren ze de realiteit over het virus, het vastlopen in de zorg en de effectiviteit van coronavaccins onder ogen te zien. Met rampzalige gevolgen.
Mijn wens voor dit jaar? Scepsis. Een heel grote dosis scepsis, en dan vooral voor die goedgelovige volwassenen.
Deze column staat ook in KIJK 1/2022.