Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Met het WK voetbal voor de deur vraagt een van onze lezers zich af waarom voetballers zo vaak uitvallen met een hamstringblessure.
De hamstrings – ook wel liefkozend ‘hammies’ genoemd – zijn de drie spieren aan de achterkant van ons bovenbeen. We leggen de vraag voor aan Hans Tol, hoogleraar sportgeneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en sportarts bij AFC Ajax. Hij doet al ruim tien jaar onderzoek naar letsel aan hamstrings. Volgens Tol is de hamstringblessure de meest voorkomende kwetsuur bij een teamsport zoals voetbal. “Meestal gaat het mis tijdens een sprintje, een hoge trap of een sliding, een beweging die je al honderd keer hebt gemaakt.” In feite hebben we het hier over een spier-peesblessure, waarbij er een kleine of grote scheur ontstaat in de pees of bij de aanhechting van de spier aan de pees.
Lees ook:
Meer hamstringblessures
“Waarom deze spiergroep zo gevoelig is, weten we niet precies”, zegt Tol. “De wetenschappelijk bewezen risicofactoren zijn leeftijd, want vanaf 16 of 17 jaar neemt het risico duidelijk toe, en of je al eerder een hamstringblessure hebt gehad.” Verder vermoedt hij dat vermoeidheid en aansturing van de spier een rol spelen, maar het blijft helaas vrij onvoorspelbaar óf en wanneer beschadiging optreedt.
Ondertussen lijkt het alsof hamstringblessures bij voetballers nu vaker voorkomen dan vroeger. Klopt dat idee? Tol: “De hamstringblessure is van alle tijden, maar uit een onderzoek van de UEFA blijkt dat in het betaalde voetbal het aantal gevallen tussen 2001 en 2014 jaarlijks inderdaad met 4 procent is toegenomen. Dat had mogelijk te maken met de toegenomen trainings- en wedstrijdbelasting van profvoetballers.” Volgens Tol lijkt het aantal blessures zich de laatste jaren te stabiliseren, doordat voetballers beter getraind zijn en waarschijnlijk meer preventieve oefeningen doen.
Tol: “Uit onderzoek blijkt dat de Nordic Hamstring Curl de helft van de hamstringblessures kan voorkomen. Bij deze oefening zit je op je knieën en leun je langzaam en met een recht lijf voorover, terwijl je partner je enkels vasthoudt. Helaas past slechts 5 tot 10 procent van de amateursporters deze methode toe; in het professionele voetbal wordt dit percentage wel hoger. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor en onderzoek naar de hamstringblessure.”
Deze vraag kon je vinden in het zomernummer van KIJK.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Tekst: Judith Neimeijer
Beeld: Michael Regan/Getty Images