Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De eerste helft van januari was nat. Erg nat. Toch hebben sommige gebieden in Nederland nog steeds last van een laag grondwaterpeil.
De regen hield lang aan de afgelopen weken. De neerslagmeter stond na zestien dagen op 130 millimeter, terwijl er gemiddeld in heel de maand januari 72 millimeter valt. Velden en achtertuinen stonden daardoor blank, en in sommige huizen waren kelders ondergelopen. En tóch berichtten verschillende nieuwsmedia dat sommige gebieden nog steeds last hadden van een laag grondwaterpeil. Hoe kan dat?
Lees ook:
- Watertekorten bedreigen de wereldvrede
- Kunnen we zeewater door verdamping zoet maken?
- Het klimaat hacken met geo-engineering
Greppeltjes en slootjes
Gemiddeld genomen valt er in Nederland meer water dan dat er verdampt; het zogeheten neerslagoverschot. “Daarom werden er lange tijd geleden al greppeltjes en slootjes gegraven om het regenwater snel af te voeren naar de rivieren en naar zee”, vertelt Mirjam Hack-ten Broeke, hydroloog aan de Wageningen-universiteit. “Dat gebeurt al sinds de Middeleeuwen en dat ging eeuwen goed. Klimaatverandering gaat echter zorgen voor extremer weer, zoals piekbuien en ook vaker voor langere periodes van droogte, waardoor we in het voorjaar en in de zomer met watertekorten kampen.”
Een andere belangrijke reden is dat het maaiveld veel lager ligt in het noorden en westen van Nederland, waardoor het grondwater relatief gezien hoger zit dan in het oosten en zuiden. Dat komt onder meer doordat grote gebieden van Zuid- en Noord-Holland beneden zeeniveau liggen; water moet juist worden weggepompt. Bovendien krijgen die delen water via rivieren als de Rijn en uit het IJsselmeer, waardoor het nooit echt droog zal worden in kustprovincies. In de hogere delen van Nederland, het oosten en zuiden, zijn grote gebieden volledig afhankelijk van de regen.
Water in het voorjaar vasthouden
Het is dus vooral voor die gebieden belangrijk om het water dat in de winterperiode valt vast te houden. Dat kan bijvoorbeeld door het waterpeil in de sloten te verhogen. Zo kan het in de bodem trekken en de grondwaterstand verhogen. “Het water dat we in de winterperiode opslaan in de bodem, kunnen we goed gebruiken in de droge zomers, zegt Myrjam de Graaf, expert op het gebied van waterbeheer aan de Wageningen-universiteit. “Dat water moeten we dan echter niet massaal gaan afvoeren in het vroege voorjaar, als we met zware machines het land op willen om mest uit te rijden en de grond willen bewerken. Daarmee zijn we als het ware weer terug bij af, met kans op droogte in landbouw en natuurgebieden als gevolg.”
Maar hoe moet het dan wel? De Graaf: “Grondwaterstanden hoog houden betekent dat we lagere, nattere delen, zoals beekdalen en lokale laagtes, anders moeten gaan gebruiken: geen intensieve landbouw of woningen hier, maar functies die hogere grondwaterstanden en af en toe een inundatie (het opzettelijk onder water zetten van een gebied, red.) aankunnen, zoals grasland en natte teelten. Hiermee kunnen we in een groter gebied in zomerperioden profiteren van het gebufferde water en zijn we beter bestand tegen drogere perioden die vaker zullen optreden.”
Verdichte bodems
Toch is water vasthouden alléén niet genoeg; het water moet ook nog diep in de bodem infiltreren. Daarin schuilt een probleem, want veel bodems zijn verdicht, zoals dat heet. Hack-ten Broeke: “Vooral in landbouwgronden komt dit vaak voor. Door de hoge druk van zware voertuigen en machines wordt de bodem samengedrukt en kan het water er niet meer doorheen.”
Gevolg is dat water in de bovenste grondlaag blijft zitten en heel langzaam zijwaarts beweegt, richting sloten en greppels. Zo wordt het grondwater alsnog niet aangevuld. Ook maakt het uit waaruit de grond bestaat. “Als een kleibodem bijvoorbeeld bevriest, komen er scheuren in, waardoor het water uiteindelijk alsnog z’n weg naar beneden vindt. Dat effect heb je bij zandbodems niet.”
Verdichte bodems kunnen worden omgeploegd of er kunnen bomen worden geplant. Als die gaan wortelen kunnen ze namelijk ook de grond losser maken. Hack-ten Broeke: “Er zijn allerlei proeven gaande om uit te zoeken wat het beste werkt. Het risico van de grond losser maken is bijvoorbeeld dat hij inzakt en alleen maar verder verdicht. En bomen hebben vaak moeite met wortels schieten in een verdichte bodem.”
Ook onderzoeken wetenschappers of wormen de grond poreuzer kunnen maken. “Als je er daar voldoende van hebt, maken ze smalle kanaaltjes waar het water doorheen kan. Maar ook dat is een oplossing van de lange adem.”
Eén ding is zeker; ons landgebruik en bodem- en waterbeheer moet worden aangepast.
Bronnen: Weer.nl, NOS, Wageningen University & Research
Beeld: iStock/Getty Images