Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
In de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter heeft de James Webb Space Telescope een planetoïde met een doorsnede van slechts 100 tot 200 meter ontdekt.
Alsof je op zolder zoekt naar een oud studieboek, maar een fotoalbum vindt waar je het bestaan niet van afwist. Dat is een beetje wat de James Webb Space Telescope onlangs overkwam. Bij zijn zoektocht naar de bekende planetoïde (10920) 1998 BC1 stuitte hij op een nog nooit eerder ontdekte ruimterots – met maatje XXXXXS.
Lees ook:
Mislukte test
De zoektocht naar (10920) 1998 BC1 – een planetoïde met een doorsnede van 15,7 kilometer – was op poten gezet om een van de instrumenten van de ruimtetelescoop te kalibreren: het Mid-Infrared Instrument, oftewel MIRI. Met deze tool moet James Webb de roodverschuiving van onder meer verre sterrenstelsels en pasgeboren sterren detecteren.
De test mislukte echter. De telescoop richtte zich net niet op de juiste locatie in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, en de foto’s die hij uiteindelijk schoot van 10920 waren overbelicht. Maar, geluk bij een ongeluk: de onderzoekers die de data analyseerden, namen de nog onbekende planetoïde waar.
Qua doorsnede, van 100 tot 200 meter, is de ruimterots vergelijkbaar met het Colosseum in Rome. Een hele prestatie voor James Webb om zo’n geringe planetoïde op de gevoelige plaat vast te leggen. Zeker gezien het object zich meer dan 100 kilometer van de ruimtetelescoop bevindt.
Kloppende modellen
“Alle modellen suggereren al heel lang dat deze kleine planetoïden bestaan, maar we hadden ze nog nooit waargenomen”, vertelt planeetwetenschapper Inge Loes ten Kate, werkzaam aan de Universiteit Utrecht en Universiteit van Amsterdam. “Simpelweg omdat dat met aardse telescopen niet mogelijk is.” Wereldschokkend nieuws is de vondst dus niet per se, stelt Ten Kate, maar hij is wel belangrijk voor het onderzoek aan de planetoïdengordel. “Je kunt nog zo goed van alles modelleren, het blijft een model. En nu weten we dus dat die kleine planetoïden inderdaad bestaan, dus dat die modellen waarschijnlijk ook kloppen.”
Bronnen: Astronomy and Astrophysics, NASA
Beeld (header): N. Bartmann (ESA/Webb), ESO/M. Kornmesser and S. Brunier, N. Risinger (skysurvey.org)