Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Turkije en Syrië werden maandag opgeschud door twee enorm zware aardbevingen met magnitudes van 7,8 en 7,7. In een bevolkt gebied zijn de gevolgen daarvan catastrofaal. KIJK somt de vijf zwaarste aardbevingen ooit gemeten op.
De zwaarste aardbeving in Nederland was op 13 april 1992 en had magnitude van 5,8 op de momentmagnitudeschaal (zie kader: Wat is de momentmagnitudeschaal?). Het epicentrum (het punt op het aardoppervlak loodrecht boven de plek waar een aardbeving ontstaat) lag enkele kilometers ten zuiden van Roermond, in een grensgebied met België en Duitsland. In de Duitse stad Bonn stierf het enige slachtoffer; een vrouw kreeg een hartstilstand doordat ze schrok van de beving.
De momentmagnitudeschaal is logaritmisch, dat betekent dat bij een toename van één magnitude-eenheid de grond tien keer heviger trilt. De verwoestende beving in Turkije maandag had een magnitude van 7,8 en was dus honderd keer heftiger dan die in Roermond. Een zwaardere aardbeving betekent niet meteen meer doden of schade, dat hang namelijk vooral af van de bevolkingsdichtheid in het getroffen gebied. In dit artikel somt KIJK de vijf zwaarste aardbevingen ooit gemeten op.
Lees ook:
- Gaat ‘gewiebel’ vooraf aan grote aardbevingen?
- Kan een aardbeving een negatieve sterkte hebben?
- American footballfans kunnen microaardbeving veroorzaken
Wat is de momentmagnitudeschaal?
In 1935 bedacht Charles Richter een manier om de energie die vrijkomt bij een aardbeving in een getal uit te drukken: de magnitude. Maar voor zwaardere aardbevingen onderschat de schaal van Richter de hoeveelheid vrijgekomen energie en geeft dus een te lage magnitude. De nieuwere momentmagnitudeschaal – bedacht door de seismologen Thomas C. Hanks en Hiroo Kanamori – doet dat niet en daarmee is bijvoorbeeld de Goede Vrijdag-aardbeving (Alaska, 1962) met een magnitude van 8,4 op de schaal van Richter nu aangepast naar een magnitude van 9,2. Alhoewel wetenschappers tegenwoordig dus gebruiken maken van de momentmagnitudeschaal, spreken de meeste media nog steeds van de schaal van Richter. Voor magnitudes tot ongeveer 8,0 zijn de waardes van beide schalen overigens bijna identiek.
Giuseppe Mercalli (1850-1914) was een Italiaanse vulkanoloog en seismoloog en bedacht de schaal van Mercalli die het totaal anders aanpakt. De schaal gaat van 1 tot en met 12 en bepaalt de intensiteit van een aardbeving op basis van de gevolgen daarvan. Het kijkt vooral naar de schade aan gebouwen en infrastructuur.
5. Severo-Kurilsk-aardbeving (9,0)
4 november 1952 is de geschiedenisboeken in gegaan als de zwaarste aardbeving in Rusland, en de vijfde ter wereld. Het epicentrum van de beving met een magnitude van 9,0 lag zo’n 130 kilometer voor de kust van het schiereiland Kamtsjatka. De Pacifische Plaat dook hier onder de Okhotsk Plaat waardoor die laatste langzaam verboog. De energie die daarbij opgebouwd werd, kwam in een keer vrij toen de Okhotsk Plaat weer terugschoot naar zijn ongebogen positie – de meeste zware aardbevingen ontstaan allemaal op een vergelijkbare manier.
Die plotselinge verschuiving veroorzaakte de zware beving en daarmee ook drie tsunamigolven van wel 18 meter hoog. Naar schatting zijn 10.000 mensen overleden als gevolg van die tsunami. De bevolking van het dorpje Severo-Koerilsk was op tijd gevlucht voor de eerste golf maar keerde al terug voordat de tweede aan land kwam. Van de zo’n 6000 inwoners stierven er meer dan 2300. Het dorp was totaal verwoest en is na de tsunami een eindje verderop opnieuw opgebouwd. In 2020 was er nog een aardbeving (magnitude 7,5) in de buurt van het dorp, maar dit had geen grote gevolgen.
4. Tohoku-zeebeving (9,1)
De meest recente beving in de top vijf is die in de Japanse Tohoku-regio in 2011. Het epicentrum lag in zee en ongeveer 130 kilometer ten oosten van de stad Sendai. De zeebeving met een magnitude van 9,1 veroorzaakte een tsunami met golven die snelheden bereikten van 700 kilometer per uur in het diepe zeewater. Bij de stad Miyako zijn enorme golven gemeten van bijna 38 meter hoog. De tsunami leidde ook tot de kernramp in Fukushima. Het aantal doden werd oorspronkelijk geschat op 15.000 maar de Japanse overheid kwam in 2021 met nieuwe getallen en de teller staat nu op 19.759 doden.
3. Zeebeving in de Indische Oceaan (9,1)
De zeebeving in de Indische Oceaan op 26 december 2004 had een magnitude van 9,1 en wordt gezien als een van de dodelijkste natuurrampen in de geschiedenis. Het epicentrum lag ongeveer 160 kilometer ten westen van Noord-Sumatra. Tsunamigolven eisten het leven van meer dan 280.000 mensen in veertien landen in Zuidoost-Azië en Oost-Afrika. Nog eens een miljoen mensen moesten hun huis ontvluchten. Op sommige plekken bereikten de golven hoogtes van 30 meter.
2. Goede Vrijdag-aardbeving (9,2)
Op 27 maart 1962 werd er in Zuid-Alaska een aardbeving gemeten met een magnitude van 9,2. Het epicentrum lag op 120 kilometer afstand van Anchorage, de grootste stad in Alaska. De aardbeving eiste het leven van negen mensen, de tsunami die volgde op de aardbeving kostte nog eens 122 levens. De hoogst gemeten golven hadden een indrukwekkende hoogte van 67 meter. Ook in andere Amerikaanse staten en Canada verwoestte de tsunami huizen aan de kust en eiste vijftien levens .
1. Valdivia-aardbeving (9,5)
De heftigste aardbeving ooit gemeten vond plaats op 22 mei 1960 in Chili en had een magnitude van 9,5. Het epicentrum lag in de buurt van het dorp Lumaco, ongeveer 560 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Santiago. Alhoewel veel gebouwen in Chili goede fundering hebben, waardoor ze bestand zijn tegen de vele aardbevingen in het land, konden toch niet alle gebouwen dit natuurgeweld weerstaan. Ook de tsunami die als gevolg van de trilling ontstond verwoestte veel huizen. Zelfs in Hawaii, zo’n 10.000 kilometer verderop, zorgden golven van 10 meter hoog voor veel schade en slachtoffers. Dankzij een combinatie van goede funderingen, een lage bevolkingsdichtheid en alertheid door voorafgaande trillingen is het dodenaantal relatief laag gebleven. Het werd eerst geschat op zesduizend, maar is later bijgesteld naar 1655.
Twee dagen na de aardbeving barstte de Cordón Caulle vulkaan uit. Deze was al 40 jaar inactief. Wetenschappers denken dat de beving en uitbarsting met elkaar verbonden zijn.
Bronnen: USGS, WSSPC, Britannica, Journal of Volcanology and Geothermal Research, KNMI