Slangen hebben geen oren, maar dat betekent niet dat ze doof zijn. Nieuw onderzoek laat zien dat ze nóg meer horen dan gedacht.
Omdat slangen geen gehoorgang of trommelvlies hebben, dachten mensen lange tijd dat ze doof waren. Inmiddels weten we dat ze wel degelijk kunnen horen, ze hebben namelijk wel een inwendig gehoororgaan. Grondtrillingen laten hun gevoelige onderkaak trillen, en die geeft dat door aan een gehoorbotje in hun kop. Als een hongerige komodovaraan komt aanstampen horen ze die dus aankomen. Maar ook geluiden die geen grondtrillingen veroorzaken en alleen de lucht laten trillen, kunnen ze horen. Dat blijkt nu uit een onderzoek van de University of Queensland dat gepubliceerd is in PLoS ONE.
Lees ook:
Ook reactie op luchtrillingen
Australische biologen brachten negentien slangen van zeven verschillende soorten één voor één naar een geluidsdichte kamer. Vanuit een ruimte ernaast hielden de wetenschappers via een raam bij hoe de slangen reageerden op geluidsfragmenten in vier verschillende experimenten.
Tijdens het eerste experiment speelden ze geen geluid af, zo konden ze bepalen hoe de slangen zich gedroegen zonder geluidsprikkels. In aparte experimenten kregen de slangen vervolgens drie verschillende fragmenten te horen: één geluid daarvan produceerde lucht- én grondtrillingen de andere twee alleen luchtrillingen. Zo konden ze de reacties op beide ‘soorten’ geluid testen.
Uit de experimenten bleek al snel dat de slangen niet alleen op de grondtrillingen reageerden, maar ook op die alleen in de lucht. Maar hun reacties daarop bleken sterk te verschillen per slangensoort.
Verschillend gedrag
Womapythons – niet-giftige Australische slangen – zochten als enige het geluid op. Ze vertoonden ook gedrag dat ‘periscoping’ heet, ze tillen daarbij het voorste deel van hun lichaam van de grond en kijken nieuwsgierig om zich heen.
Andere slangensoorten, zoals de doodsadder, bleven juist angstvallig stilliggen. Dat is niet vreemd, want doodsadders grijpen hun prooi door ze te lokken met hun staart die lijkt op een worm. Daarvoor liggen ze vooral veel stil, ze kunnen dan ook niet zo snel bewegen. Het is daarom verstandig om zo stil mogelijk te blijven liggen in de hoop niet opgemerkt te worden.
Schreeuwen
De geluidsfragmenten die de slangen te horen kregen hadden frequenties (bepaalt de toonhoogte) tussen 1 en 450 Hertz. Ter vergelijking, een mensenstem is ongeveer 100-250 Hertz. In theorie kunnen slangen ons dus horen. Toch is dat nog niet helemaal zeker, de wetenschappers speelden de fragmenten namelijk af met een geluidssterkte van 80 decibel, terwijl een mensenstem gemiddeld 60 decibel is. Maar als je hard schreeuwt zullen ze je vast opmerken, als ze je dan niet al geroken of gezien hebben natuurlijk.
De fragmenten hadden geen hoge frequentie, want uit eerdere experimenten was het al duidelijk dat ze die niet horen. Mensen kunnen dat veel beter, we hebben een bereik van 20 tot 20.000 Hertz, het gehoorbereik van slangen is dus een stuk beperkter. Waarschijnlijk zorgen die lage frequenties ervoor dat de kaak gaat trillen – net als bij grondtrillingen – en hoge frequenties niet. De kaak geeft vervolgens die trillingen weer door aan het gehoorbotje in het inwendige oor.
Nog veel te ontdekken
“Het is tof dat ze bij dit onderzoek gekeken hebben naar meerdere slangensoorten”, vindt Mátyás Bittenbinder, slangenexpert bij Naturalis. Zo keken de onderzoekers naar de Australische doodsadder, die qua gedrag te vergelijken is met de adders in Nederland en Europa. Verder bestudeerden ze een soort die vooral ’s nachts actief is, een die alleen in de bomen leeft en twee actieve jagers. “Zo hebben ze een breed scala aan soorten die allemaal een ander activiteitenpatroon hebben en dus mogelijk anders zullen reageren op geluid.”
“Ik vind het mooi om te zien dat biologen nog steeds een hele hoop ontdekkingen doen over diersoorten die niet zo in het oog springen, zoals slangen en andere reptielen”, vertelt Bittenbinder. “Twee maanden geleden is bijvoorbeeld ook ontdekt dat vrouwtjesslangen een gepaarde clitoris hebben.” KIJK schreef daar ook over, je leest dat verhaal hier.
Bronnen: PLoS ONE, The Conversation, University of Queensland via EurekAlert!