Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Rovers die op andere planeten belangrijke gegevens verzamelen, hebben zo hun beperkingen. De EELS-robot van de NASA, die net nieuwe tests heeft ondergaan, is wat dat betreft veel breder inzetbaar.
Er zijn inmiddels zes rovers op Mars gezet: vijf Amerikaanse en een Chinese. En die karretjes blijken best succesvol. Ze houden het over het algemeen veel langer vol dan hun geplande missieduur en verzamelen ook nog eens belangrijke informatie over onze buurplaneet. Dat lukt doordat ze heel goed ontworpen zijn en zich met uiterste voorzichtigheid voortbewegen.
Lees ook:
- Chinese Marsrover is nog steeds niet ontwaakt uit winterslaap
- Marsrover Perseverance neemt eerste monster
Toch ging het bij de in 2003 gelanceerde marsrover Spirit mis toen hij na zes jaar rondrijden (waarbij hij een afstand van 7,73 kilometer aflegde) met zijn wielen in het zand vast kwam te zitten. Om zoiets in de toekomst – niet alleen op Mars, maar ook bij de verkenning van andere buitenaardse bestemmingen – te voorkomen, denkt de NASA na over andere manieren om een rover voort te laten bewegen. En die zoektocht leidde naar de nogal creepy EELS.
To boldly go…
Het acroniem EEL staat voor Exobiology Extant Life Surveyor. De robot is 4 meter lang, weegt ongeveer 100 kilo en bestaat uit tien segmenten die als een soort draaiende schroefdraad voor aandrijving, tractie en grip zorgen. “Er zijn tientallen instructieboeken over hoe je een vierwielvoertuig bouwt, maar er zijn geen boeken over hoe je een autonome slangenrobot ontwerpt to boldly go where no robot has gone before,” zegt Hiro Ono, hoofdonderzoeker van EELS bij JPL. “We moeten die zelf schrijven en dat is wat we nu doen.”
Rotsklimmer
Het uiteindelijke model krijgt waarschijnlijk 48 actuatoren (kleine motoren) die ervoor zorgen dat de slangachtige robot heel flexibel wordt en verschillende vormen aan kan nemen. Veel van die actuatoren werken als een soort huid, waarmee EELS kan voelen hoeveel kracht hij op de ondergrond uitoefent. Dat helpt hem om bijvoorbeeld over gladde, ongelijke oppervlakken te bewegen. Maar hij kan zich ermee ook tegen de wanden van een spleet afzetten, zodat hij als een rotsklimmer naar boven kan komen. Dat trucje werd vorig jaar getest (foto hieronder) op de Athabasca-gletsjer in de Canadese Rockies.
Hoewel het testen en ontwikkelen volgens het Jet Propulsion Laboratory gewoon doorgaat, kan EEL zich gemakkelijk voortbeweging over onder meer zandduinen, ijs, klifwanden, kraters en ijstunnels. Kortom, allemaal plekken waar rijdende rovers niet op hun best zijn.
Zoek het maar uit
Het eerste EELS-prototype werd al in 2019 gebouwd, en sindsdien voert het ontwikkelingsteam elke maand veldproeven uit om de software en hardware te verbeteren zodat de robot steeds autonomer kan werken. Dat betekent dat EELS zijn omgeving nauwkeurig in kaart moet brengen en zelfstandig risico’s kan berekenen. Rohan Thakker, projectleider voor autonomie zegt daarover: “Stel je een auto voor die autonoom rijdt, maar dan in een gebied zonder stopborden, verkeerstekens, en zelfs geen wegen. De robot moet dan uitzoeken wat de weg is en die proberen te volgen.”
Klaar voor de ruimte
Om dat te kunnen doen is EELS, net als veel bestaande autonome auto’s, uitgerust met vier paar stereocamera’s en LiDAR, een systeem dat laserpulsen gebruikt om een 3D-kaart van de omgeving te maken. De robot zet die in om met zijn navigatiealgoritme de veiligste weg te bepalen.
Als EELS dat eenmaal kan, wordt gekeken naar een manier om de door wetenschappers gewenste apparatuur in de robot onder te brengen. En dan is de slang klaar voor het buitenaardse.
Beeld: NASA/JPL-Caltech