NASA en het US Department of Energy willen kernenergie naar de maan helpen.
Bij een kerncentrale op de maan moet je niet denken aan een enorm complex en joekels van koeltorens. De NASA wil een apparaatje bouwen van ongeveer 45 bij 75 centimeter, grofweg het formaat van een koffer. Volgens een woordvoerder van het Department of Energy (DOE) is zo’n kleine centrale van doorslaggevend belang voor het stichten van een bemande of onbemande basis “op de maan, op Mars of waar de NASA dan ook voor langere tijd energie wil kunnen opwekken.”
De centrale, die werd gepresenteerd op een bijeenkomst van de American Chemical Society, wordt een kleine variant op ‘normale’, aardse kernreactors. Uraniumatomen worden gesplitst, dat levert warmte op en die wordt vervolgens gebruikt om elektriciteit op te wekken. NASA en DOE hopen volgend jaar al een proefmodel klaar te hebben dat moet aantonen dat de plannen technisch haalbaar zijn.
Het is overigens niet de eerste keer dat er een nucleaire energiecentrale de ruimte in wordt gestuurd. In 1965 werd bijvoorbeeld de SNAP-10A gelanceerd, een thermonucleaire reactor van 22,4 bij 39,6 centimeter die met succes in een baan om de aarde werd gebracht.
Het Systems Nuclear Auxiliary Power Program, uitgevoerd door Sandia National Laboratories, was bedoeld om aan te tonen dat kleine kerncentrales veilig geproduceerd en gelanceerd zouden kunnen worden. SNAP produceerde 43 dagen lang 30 kilowatt, tot een voltageregelaar de geest gaf en de reactorkern werd uitgeschakeld. De minicentrale zweeft nog steeds ergens op 1300 kilometer hoogte rond en zal zeker 4000 jaar in die baan blijven.
Bron: American Chemical Society
Beeld: Galaxy Wire/NASA