Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Immuuntherapie komt steeds vaker in het nieuws als een revolutionaire behandeling tegen kanker. Maar wat is het, en hoever is de techniek?
Laatst kwam er in het nieuws dat er een nieuwe behandeling voor blaaskanker is waardoor de overlevingskans flink toeneemt. De behandeling combineert chemotherapie met immuuntherapie. Chemotherapie is voor de meeste mensen bekend, maar immuuntherapie is een stuk nieuwer. Toch lijkt het een veelbelovende techniek. Maar wat is de therapie? En hoever zijn de ontwikkelingen? KIJK vroeg het aan Marjolein van Egmond, zij is hoogleraar immunologie en doet onderzoek naar de behandeling.
Wat is immuuntherapie?
“Immuuntherapie (of immunotherapie) is een behandeling die je afweersysteem aanzet om kankercellen aan te vallen. Dat kan op veel verschillende manieren, en die vallen allemaal onder de verzamelnaam immuuntherapie.”
Welke vormen zijn er?
Er zijn veel verschillende vormen van immuuntherapie. Van Egmond legt hieronder vier veelbelovende behandelingen uit.
1. Checkpoint inhibitie
Van Egmond: “Het afweersysteem heeft aan- en uitknoppen. Als je lichaam een ziekteverwekker tegenkomt, moet het aangaan. Maar zodra die is opgeruimd, moet het systeem ook weer uit – anders kan er schade ontstaan, zoals een auto-immuunziekte. De aan- en uitknoppen die dit regelen noemen we checkpoints.”
“Als we iets dieper kijken, is zo’n checkpoint een interactie tussen twee eiwitten. Een daarvan zit op de kankercel, de ander op een afweercel. Als die twee eiwitten een binding aan gaan, is de uitknop ingedrukt – het afweersysteem doet dus niks.”
“Bij checkpoint inhibitie worden antilichamen gebruikt die ervoor zorgen dat een van de twee eiwitten geblokkeerd wordt. Daardoor kunnen ze geen binding vormen en wordt de stopknop niet meer ingedrukt. Hierdoor gaat het afweersysteem weer aan en valt het de kankercellen aan.”
2. Antilichaamtherapie
Antilichamen in je lichaam binden aan ziekteverwekkers en laten zo het immuunsysteem weten dat die opgeruimd moeten worden. Maar ze zijn ook in het lab te maken, vaak zijn ze dan allemaal hetzelfde en heten ze monoklonale antilichamen. De antilichamen die bij checkpoint inhibitie binden aan de aan- en uitknoppen zijn een voorbeeld van monoklonale antilichamen. Maar ze kunnen ook op andere manieren het immuunsysteem activeren. Bijvoorbeeld door te binden aan kankercellen waardoor afweercellen ze herkennen.
Van Egmond noemt nog een andere methode: “Antilichamen hebben twee armen en normaal gesproken binden die aan hetzelfde doelwit. Wetenschappers proberen ze nu aan te passen zodat beide armen aan iets anders binden, zogenoemde bi-specifieke antilichamen. Het doel is om een antilichaam te maken dat zowel bindt aan de kankercel als aan bepaalde immuuncellen.” De immuuncel herkent daardoor de kankercel en valt die aan.
Antilichamen hebben een Y-vorm. Normaal binden beide armen (de bovenkant van de Y) aan hetzelfde doelwit. Bij bi-specifieke antilichamen binden ze allebei aan een ander doelwit, bijvoorbeeld een kankercel en een bepaalde immuuncel. Beeld: סתו כסלו, CC BY-SA 4.0.
3. TIL-therapie
Bepaalde afweercellen, zogenoemde T-cellen, kunnen heel gericht kankercellen doden. Dat doen ze ook veelvuldig en voorkomen zo dat je kanker krijgt. Maar soms gaat dat mis en vormt er toch een tumor. “Bij behandeling met Tumor Infiltrerende Lymfocyten (TIL) halen dokters een stukje van die tumor weg en halen daar T-cellen uit. Die kweken ze op om ze later in veelvoud terug te geven aan de patiënt”, zegt Van Egmond.
“Maar T-cellen noemen we ook wel eens de scherpschutters van het afweersysteem. Een T-cel die gericht is tegen het griepvirus zal niks doen tegen een kankercel, ze zijn dus heel specifiek. Tegenwoordig worden ook deze T-cellen (die dus niet uit zichzelf tegen kanker gericht zijn) in het lab genetisch aangepast zodat daar een extra molecuul bijkomt die speciaal gericht is tegen de kanker. Deze noemen we CAR-T cellen. En die zijn op dit moment echt helemaal hot.”
4. Vaccins
Vaccins ken je misschien als een manier om infecties te voorkomen, maar ze zijn ook te gebruiken om je immuunsysteem te trainen tegen een kankersoort die een patiënt al heeft.
Van Egmond legt uit: “Dendritische cellen spelen een belangrijke rol in het aansturen van het afweersysteem. Door deze cellen in het lab kapotte tumordeeltjes te voeren, hebben ze alle informatie over de kankercellen.” Door ze vervolgens terug te spuiten in de patiënt presenteren ze de tumordeeltjes aan bepaalde afweercellen die daardoor de kankercellen gaan aanvallen.
“Maar het is lastig om dendritische cellen in het lab te kweken. Daarom wordt er nu ook gekeken naar manieren om de kapotte kankercellen direct als vaccins te gebruiken.” Het idee is dan dat de dendritische cellen in het lichaam die deeltjes opnemen en daarmee afweercellen activeren.
Werkt immuuntherapie tegen alle kankersoorten?
Er wordt veel onderzoek gedaan naar wat het beste werkt. Op dit moment werkt immuuntherapie het best bij bepaalde huidkankers (melanomen) en longkanker. En dat is niet toevallig.
Van Egmond legt uit: “In principe is het afweersysteem heel goed in staat om vreemde dingen te herkennen. Maar kankercellen zijn ontstaan uit eigen lichaamscellen, waardoor ze lastiger te onderscheiden zijn. Ze zien er wel een beetje raar uit, ze ontstaan namelijk door allerlei DNA-mutaties. Bij melanomen en longkankers zijn er veel mutaties vanwege uv-straling en sigarettenrook. Deze kankercellen wijken dus meer af en zijn makkelijker te herkennen voor het immuunsysteem.”
“Verder lijkt immuuntherapie vooral goed te werken als het lichaam zelf al een afweerreactie heeft opgezet, maar die niet actief genoeg is om de tumor op te ruimen. Het immuunsysteem kan met de therapie dan worden geactiveerd of versterkt. Bij tumoren waar nog helemaal geen afweercellen zijn, werkt het momenteel nog niet goed.”
Hoe ver zijn de ontwikkelingen nu?
Immuuntherapie wordt al bij de behandeling van sommige kankersoorten gebruikt. “Tien jaar geleden was er voor een uitgezaaid stadium 4 melanoom geen behandeling. Maar met checkpoint inhibitie lukt het nu soms om patiënten te genezen. Ook bij longkanker lijkt deze techniek veelbelovend.”
“Bij andere typen kanker, zoals bloedkanker, wordt antilichaamtherapie ingezet wat leidt tot betere overlevingskansen. Ook CAR-T cellen blijken hier best effectief te zijn.”
Voor een aantal typen kanker is immuuntherapie nu dus al succesvol of veelbelovend. Maar voor andere typen, zoals alvleesklierkanker, werkt het nog nauwelijks. Daar wordt wel veel onderzoek naar gedaan, maar het is moeilijk te zeggen of en wanneer dat ooit gaat lukken.
Lees ook:
Openingsbeeld: koto_feja/Getty Images