Zes jaar lang zwerft Cassini al in de buurt van Saturnus. En de missie gaat door. Als alles volgens plan verloopt tot ver in 2017.
Toen de verkenner in 2004 bij Saturnus aankwam, was het de bedoeling dat hij er vier jaar zou blijven. In die tijd stapelde Cassini de ene ontdekking op de andere: hij ontdekte onder meer twee nieuwe ringen, verschillende nieuwe manen, meren op de maan Titan en water(ijs) op de maan Enceladus.
Geen wonder dus dat NASA’s Jet Propulsion Laboratory de missie aanvankelijk met twee jaar verlengde en in februari van dit jaar bekendmaakte dat Cassini tot september 2017 zou blijven.
Dat is niet eenvoudig, want Cassini heeft nog maar 22 procent van de brandstof over waar het ruimtescheepje op 15 oktober 1997 mee vertrok. En er zijn een heleboel wetenschappers die de eenzame zwerver van alles en nog wat willen laten bekijken. De kunst was om de overgebleven brandstof en de zwaartekracht van grote objecten in de buurt te gebruiken om van de ene naar de andere plek te zwieren en Cassini in de juiste positie te manoeuvreren.
Die puzzel van wensen en mogelijkheden is nu rond. Missieplanner John C. Smith zegt in The New York Times dat er soms moeilijke keuzes gemaakt moesten worden. “We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk mensen tevreden te stellen. We moesten twee en soms zelfs drie vliegen in één klap slaan.” Dit filmpje laat zien wat de planning voor de 2-jarige missieverlenging allemaal met zich meebracht.
De nieuwe missie, Solstice, eindigt op 15 september 2017. Cassini zal dan door de binnenste ringen van Saturnus duiken, 22 keer rond de planeet vliegen en er dan op te pletter slaan. Sterven in het harnas… als het ware.
Bronnen: The New York Times
Beeld: NASA/JPL