Een meertje klinkt vooral als een aardige vakantiebestemming voor wie houdt van pootjebaden en waterfietsen. Maar verspreid over de aardkloot vind je ook meren die zelfs de diehard avonturier de adem zullen benemen. Een rondreis.
Het kleurrijke Five-Flower Lake in China bevat calciumcarbonaat en waterplanten in verschillende tinten. Op de bodem liggen kriskras door elkaar omgevallen boomstammen. De kleur van het meer verandert van tijd tot tijd: soms is het geel, dan is het groen, maar meestal is het helder blauw. Het is dan zelfs zo helder dat je onder water 40 meter voor je uit kunt kijken. Volgens omwonenden is Five-Flower Lake bovendien een heilig meer: waar het water komt, komen planten en bomen tot leven. Om onduidelijke redenen bevriest het water ’s winters nooit. Ook staat het meer nooit droog: zelfs niet toen in 1890 grote droogte heerste en de meren in de buurt allemaal waren opgedroogd.
Het Californische Mono Lake staat bekend om de grillig gevormde zoutpilaren aan zijn oevers. Daarnaast is het meer een belangrijke biotoop voor allerlei vogelsoorten. In 2010 kwam Mono Lake bovendien groot in het nieuws toen geobioloog Felisa Wolfe-Simon claimde dat ze een bacterie uit het meer zover had gekregen om de fosforatomen in zijn DNA te vervangen door arsenicum. Dat zou een heel bijzonder en nooit eerder vertoond resultaat zijn, maar het werk van Wolfe-Simon werd door vakgenoten uiterst kritisch ontvangen.
Het Boliviaanse Colorado Lake is een zout meer met een opvallende kleur. De witte vlekken ontstaan door het mineraal borax. Dit is het natriumzout van boorzuur, dat niet oplost in koud, zout water. In plaats daarvan blijft het drijven op het oppervlak, waardoor er een groot contrast ontstaat met het rode water, dat zijn kleur onder meer dankt aan het pigment van bepaalde algensoorten die in het meer leven.
Deze prachtige beelden vormen een onderdeel van de fotoreportage ‘Hoe meer, hoe beter’, te vinden in KIJK 3/2012. Dit nummer ligt in de winkel van 10 februari tot en met 8 maart.
Meer informatie: