Kijk je naar portretten van belangrijke personen uit het verleden, dan valt op dat ze stuk voor stuk een pruik droegen. Waarom deden ze dat?
Pruiken werden in de tijd van de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) populair en aan het hof zelfs verplicht; zo waren ze lange tijd symbolen van rijkdom en status. We hebben er de periode-aanduiding ‘de pruikentijd’ aan te danken.
En waaróm werden die dingen dan gedragen? Lodewijk werd voortijdig kaal. Dat kwam misschien doordat hij syfilis had, maar hij wilde in elk geval zijn kalende kruin verbergen. Een pruik paste bovendien goed in het modebeeld: mannen en vrouwen droegen protserige kleding, make-up en schoenen met hoge hakken. Dan misstaat wat extra haar niet.
Lees ook:
- De historische details in Lucky Luke kloppen opvallend vaak wél
- 4500 jaar geleden overleefde een vrouw twee schedeloperaties
Dure gepoederde pruiken
De Europese en Amerikaanse elite liet zich graag zo’n ontstellend duur mode-item aanmeten. Pruiken werden gemaakt van mensen- of paardenhaar en voor mannen sterk gekruld. Ze vergden veel onderhoud, dat vaak in een aparte pruikenkamer geschiedde. Kortom, iedere man die iets voorstelde, zag er een beetje uit als Brian May op een goeie hair day. Vrouwen bleven niet achter met ingewikkelde, hoge haarwerken die er zelfs in de vorm van een zeilschip waren.
Later kwam de gepoederde pruik op: voor mannen was die wit, voor vrouwen blauwig. Dat poeder kostte een vermogen, en toen er in Amsterdam in 1815 een nieuwe belasting op werd geheven, was het in onze contreien afgelopen met het nephaar. Onder invloed van de Verlichting en de Franse Revolutie – wetenschap boven religie, volk boven elite – was het idee van status en uiterlijk vertoon trouwens al eerder op losse schroeven komen te staan.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 10/2023.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze special geven we antwoord op 178 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Margot Reesink
Beeld: Publiek domein