Een internationaal team van onderzoekers heeft het DNA van ’s werelds beroemdste bevroren man in kaart gebracht. Deze Tiroolse IJsman, genaamd Ötzi, blijkt aanleg voor verharde aderen te hebben gehad en beschikte over mutaties die overeenkomen met mannen van de eilanden Sardinië en Corsica.
Ötzi dankt zijn naam aan de plaats waar hij in 1991 door wandelaars is gevonden: de Ötztal Alpen op de grens tussen Oostenrijk en Italië. In Nature Communications hebben de onderzoekers het DNA van dit 5300 jaar oude lichaam in kaart gebracht om zijn leven, leefomstandigheden en dood beter te kunnen begrijpen.
Uit het onderzoek blijkt dat Ötzi bruine ogen en bloedgroep 0 had, en dat hij lactose-intolerant was. Hoewel hij een slanke en actieve man was, was al uit eerdere scans gebleken dat hij minder gezond dan zijn lichaamsbouw deed vermoeden: hij had last van verharde aderen. Volgens dit onderzoek had hij daar een genetische aanleg voor.
Tatoeages tegen ziekte van Lyme?
Naast deze gezondheidsproblemen hebben de onderzoekers het DNA van een bacterie gevonden die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Lichamelijke symptomen van deze ziekte werden echter niet aangetroffen. Mogelijk zijn de tatoeages op Ötzi’s ruggengraat en enkels een primitieve behandeling van de gewrichtspijn waar deze aandoening mee gepaard gaat, speculeert hoofdonderzoeker Albert Zink.
Het Y-chromosoom, dat alleen mannen bezitten, zou verder genetische veranderingen bevatten die overeenkomen met die van mannen uit Sardinië en Corsica. Dat zou erop kunnen wijzen dat Ötzi tot een groep mensen behoorde die nu alleen nog voorkomt op deze twee mediterrane eilanden, maar ooit verspreid was over een groter gebied.
Bronnen: Nature Communications, Nature News, New Scientist
Beeld: Marco Samadelli/EURAC