Wetenschappers hebben aangetoond dat de chemische verbindingen op het DNA van pasgeboren tweelingen verschillen.
Eeneiige tweelingen zijn DNA-technisch kopieën van elkaar, maar na de geboorte kun je toch kleine verschillen zien, die worden toegeschreven aan omgevingsfactoren. Wetenschappers van het Cold Spring Harbor-laboratorium hebben nu de chemische uiting hiervan gevonden aan het DNA van pasgeboren tweelingen.
Deze uiting heeft de vorm van chemische verbindingen aan het DNA, die de activiteit van genen veranderen. Omdat de DNA-code niet verandert, is dit een epigenetische aanpassing. Jeffrey Craig en collega’s keken naar een specifieke chemische verbinding, de methylgroep, aan het DNA van navelstrengen, navelstrengbloed en vruchtvliezen van eeneiige en twee-eiige tweelingen. Bij de beiden waren verschillen te zien in de hoeveelheid en de locaties van methylgroepen op het DNA, alleen was het verschil iets minder bij de eeneiigen.
Dezelfde moeder, andere omgeving
Craig: “Dit verschil moet komen door gebeurtenissen bij één helft van de tweeling, die de andere helft niet zijn overkomen.” Hoewel ze dezelfde baarmoeder delen, hebben weefsels van de placenta en navelstreng verschillende invloeden op de baby’s, wat de plaatsing van methylgroepen op DNA beïnvloedt.
De genen die de meeste methylgroepen kregen, spelen niet alleen een belangrijke rol bij geboortegewicht, maar ook groei, stofwisseling en hart- en vaatziekten. Tussen de twee helften van eeneiige tweelingen waren de verschillen in de plaatsing van deze verbindingen tot wel 60 procent. De onderzoekers denken dat de methylgroepen op deze specifieke genen de oorzaak zijn van verschillen in het voorkomen van diabetes en hart- en vaatziekten bij tweelingen later in het leven.
Bron: Genome Research via EurekAlert!
Beeld: Peter Voerman/CC BY 3.0