Het Mars Science Laboratory, de nieuwste rover op weg naar Mars, landt op 6 augustus op zijn nieuwe thuisbasis. KIJK volgt het laatste stuk van zijn ruim acht maanden durende reis.
Het Mars Science Laboratory (MSL of Curiosity) is NASA’s nieuwste rover, die op 6 augustus zal landen op de rode planeet. Deze onbemande wagen is een stuk groter dan zijn voorgangers Spirit en Opportunity en heeft als doel op Mars te kijken of er ooit leven heeft kunnen bestaan, het klimaat en de geologie te bestuderen, en data te verzamelen voor toekomstige missies met mensen.
Geen direct contact?
Even zag het ernaar uit dat de NASA geen direct contact zouden kunnen maken met MSL tijdens zijn landing op Mars. Op het moment van de landing gaat vanuit Mars gezien de aarde onder en is directe communicatie niet mogelijk. De marssatelliet Odyssey zou de schakel vormen voor het contact, maar die was op 11 juli naar zijn veilige modus overgeschakeld en zou te laat aankomen voor de landing. Gelukkig lukte het afgelopen zaterdag om de stuwraketten aan te zetten, zodat Odyssey nu wel op tijd is.
Bergbeklimmen
Curiosity zal op een vlak stuk in de Gale-krater landen (de gele ellips op het plaatje hieronder). Midden in deze krater bevindt zich een berg van 5 kilometer hoog. Satellieten hebben heel duidelijk laten zien dat deze berg uit verschillende sedimentlagen bestaat. Op de bodem is klei te vinden, daarboven een laag met zwavel en zuurstof bevattende mineralen. Dit zijn hints dat er hier misschien stromend water was. Curiosity zal deze berg beklimmen en monsters nemen van de verschillende lagen.
Schieten met lasers
Eén van de interessantste instrumenten op Curiosity is de ChemCam, die zich bovenop de ‘mast’ van de rover bevindt. Dit instrument schiet een laser af op een stuk rots en kan aan de hand van het ontstane plasma de samenstelling bepalen. De laser kan ook worden gebruikt om stof, dat metingen vervuilt, van rotsen af te schroeien. Curiosity kan met behulp van ChemCam dan ook rotsen op een afstand van 7 meter analyseren, wat heel handig van pas komt wanneer de rover ergens net niet bij kan komen.
Communicatienetwerk
Curiosity kan zelf berichten sturen naar de thuisbasis, maar voor berichten met veel data kan hij Marssatellieten zoals Odyssey inzetten. Verder is het gebruikelijk dat ruimtevaartuigen tijdens interplanetaire missies het Deep Space-netwerk van de NASA benutten. Dit netwerk bestaat uit groepen antennes in Spanje, Australië en de VS, elk op een afstand van ongeveer een derde van de aardomtrek van elkaar af. Zo is er altijd een plek op aarde die het MSL in het vizier heeft.
Beeld: NASA