Thorium zou dé grote belofte zijn op het gebied van kernenergie. Maar volgens een groep Britse onderzoekers kleeft er ook een risico aan.
Kernenergie op basis van het element thorium zou een veelbelovend alternatief zijn voor kernsplitsing met uranium of plutonium. Maar volgens een commentaar in het wetenschappelijk tijdschrift Nature moeten we ons dan wel zorgen gaan maken om in het geniep gemaakte kernwapens.
Immuun voor meltdowns
Het metaal thorium komt drie tot vier keer meer voor op aarde dan uranium. Dat gegeven alleen maakt kernenergie op basis van thorium al interessant. Maar er is meer: deze vorm van kernsplitsing zou minder afval produceren dan reguliere kernsplitsing, goedkoper zijn en immuun zijn voor meltdowns. En, zo stellen voorstanders: je kunt niet stiekem nucleaire wapens maken van de bijproducten.
Maar met dat laatste zijn kernfysicus Stephen Ashley (Universiteit van Cambridge) en een aantal vakgenoten het niet eens. Zij wijzen erop dat in het proces waarbij thorium stapsgewijs wordt omgezet in uranium op een gegeven moment het isotoop protactinium-233 ontstaat. Slaag je erin deze atomen te isoleren van de rest en laat je ze vervolgens vervallen, dan houd je zuiver uranium-233 over – en daar kun je prima een kernbom mee maken.
Acht kilo uranium
Goed, de manieren waarop je protactinium vrijmaakt, zijn nog niet op grote schaal toe te passen, geven Ashley en collega’s toe. Maar dan kan een land nog steeds continu kleine beetjes protactinium isoleren, en zo uiteindelijk toch de benodigde 8 kilogram uranium bij elkaar brengt voor een kernwapen.
“Thorium is niet zo goedaardig als eerder is gesuggereerd”, besluiten de wetenschappers hun betoog. “We pleiten dan ook voor meer debat over de risico’s die erbij horen, zodat we een veiligere nucleaire toekomst tegemoet gaan.”
Over enkele maanden in KIJK: een artikel over de voors en tegens van kernsplitsing op basis van thorium.
Bron: Nature
Beeld: ORNL via Wikipedia