Hoe bepaal je hoe snel het heelal uitdijt? Met zwarte gaten, zo stelt een team astronomen.
Het heelal dijt steeds sneller uit, zo weten we sinds eind jaren negentig. Maar hoe snel precies? Die vraag is lastig te beantwoorden, omdat we bij het meten van de uitdijing gebruikmaken van de afstanden tot een bepaald type supernova-explosie. En hoe verder je het heelal in kijkt, des te minder van die explosies er zijn te vinden. Een team van Israëlische, Franse en Chinese astronomen heeft nu in Physical Review Letters een nieuwe ‘truc’ gepresenteerd. Volgens hen kun je ook bepaalde zwarte gaten gebruiken om de uitdijing van het heelal te bepalen.
Het gaat hierbij om zogenoemde Super-Eddington Accreting Massive Black Holes, afgekort SEAMBH’s. Deze zwarte gaten hebben de handige eigenschap dat er een duidelijk verband is tussen hun massa en hoeveel licht het materiaal afgeeft dat in het gat wordt gezogen. Dat zorgt ervoor dat wanneer je weet hoeveel zo’n zwart gat weegt – en dat kunnen we meten, ook op grote afstand – je gemakkelijk kunt uitrekenen hoeveel licht het geeft. Vergelijk je deze hoeveelheid licht vervolgens met de hoeveelheid licht die wij vanaf de aarde zien, dan kun je uit het verschil tussen die twee bepalen hoe ver het betreffende gat zich van ons vandaan bevindt.
Het grote voordeel van deze zwarte gaten boven supernova’s is dat ze ook op grote afstanden te vinden zijn, en dus ook daar kunnen dienen als manier om de uitdijing van het heelal te bepalen. Bovendien is een supernova maar korte tijd te zien, terwijl je een zwart gat gedurende langere tijd kunt bestuderen. “Het vooruitzicht van een grote verzameling aan SEAMBH’s aanleggen om de huidige kosmologische modellen te testen, is veelbelovend”, concluderen de onderzoekers dan ook aan het eind van hun artikel.
Bronnen: Physical Review Letters (pre-print op ArXiv.org), American Friends of Tel Aviv University
Beeld: Dana Berry/SkyWorks Digital/NASA