Gezien de wedstrijdafstanden van 500, 1500, 5000 en 10.000 meter zou een schaatsovaal van 500 meter logisch zijn, redeneert KIJK-lezer Wiebe Wijnbelt. Waarom is zo’n baan dan 400 meter lang?
We leggen het voor aan Huub Snoep van de KNSB. Hij zegt: “Voordat de IEV, de voorloper van de Internationale Schaats Unie of ISU, werd opgericht, reed men afstanden in mijlen. De standaardafstanden waren bijvoorbeeld een vierde mijl, een achtste mijl, een halve mijl en één mijl. De kortste afstand die men vooral in Engeland met keerpunt reed, was een kwart mijl. De IEV wilde in 1892 overstappen van mijlen naar meters en om geen keerpunt te krijgen, besloot men om wedstrijden op ovale banen te houden en werd de baanlengte daarbij niet een vierde mijl (402 meter) maar 400 meter.”
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: Jerry Lampen