De Nobelprijs voor de economie is dit jaar toegekend aan drie Amerikaanse economen die hebben onderzocht hoe rationeel de markten zijn. Hun visies op de economie staan lijnrecht tegenover elkaar.
De zogenaamde “prijs van de Zweedse Centrale Bank ter nagedachtenis aan Alfred Nobel” wordt dit jaar gedeeld door drie mannen: Eugene Fama, Lars Hansen en Robert Shiller. De eerste twee zijn hoogleraar aan de Universiteit van Chicago, de derde is verbonden aan Yale.
Voorspelbare fluctuaties
Chicago is de thuishaven van de vrijemarkteconomen; de modellenbouwers die de mens zien als autonoom wezen dat altijd verstandig op zoek is naar eigenbelang. Volgens Chicago-economen leidt een efficiënte markt tot de meest rationele uitkomst. Door de economische crisis, die ze niet zagen aankomen, is deze hele theorie van zijn voetstuk gevallen.
Toch heeft een van hen, Fama (linkerfoto), de prijs nu gekregen. Hij wordt gezien als vader van de efficiënte markthypothese, die hij in 1970 beschreef. Hij keek vooral naar aandelenmarkten. “De efficiënte markttheorie gaat ervan uit dat alle informatie altijd in de prijzen verwerkt zit”, zegt Bas Werker, hoogleraar econometrie en financiering aan de Universiteit van Tilburg en tevens verbonden aan de Duisenberg School of Finance. “Volgens Fama is het daardoor onmogelijk om geld te verdienen door slim te beleggen.” Op lange termijn fluctueren de koersen voorspelbaar, afhankelijk van verwachte winst en risico.
Sturende instincten
Shiller (rechterfoto) heeft in zijn modellen altijd gewezen op de beperkingen hiervan. Mensen zijn geen rationele wezens, maar laten zich door andere motieven leiden. Wie dat goed inziet, kan dus wél veel geld verdienen met speculatie. In 2009 nog was hij co-auteur van het boek Animal spirits, waarin hij uitlegde hoe instincten de economie sturen.
De derde prijswinnaar, Hansen (middelste foto), was veel empirischer, aldus Werker. “Hij analyseerde hoe prijzen in het verleden tot stand zijn gekomen, zonder ervan uit te gaan dat je dat kunt verklaren met de ratio of juist het onderbuikgevoel.”
Volgens Werker heeft het Nobelprijscomité nu in elk geval weer erkend dat economie een gedragswetenschap is. “Zonder te doen alsof je de rationele modellen helemaal overboord kunt gooien.”
Lijnrecht tegenover elkaar
Shiller en Fama stonden soms lijnrecht tegenover elkaar. Shiller schreef in 2000 het boek Irrational exuberance, waarin hij uitlegde dat aandelen veel te hoog waren geprijsd en dat er dus een zeepbel werd opgeblazen. Mensen overschatten de vooruitzichten, zei hij. In de maand dat zijn boek verscheen, spatte de dot-com bubble uit elkaar. Vijf jaar later zei hij opnieuw dat de huizenprijzen veel te hard stegen en dat dit het recept was voor een financiële crisis. Weer kreeg hij gelijk, toen een jaar later de huizenmarkt instortte.
Geen kunst, zei Fama in een interview. Volgens hem is Shiller altijd zo pessimistisch over de prijzen, dat als hij maar lang genoeg de tijd neemt, hij altijd kan beweren dat hij welke crisis dan ook heeft voorzien.
De mannen kunnen elkaar de hand schudden tijdens het officiële banket in Stockholm op 10 december, waarna ze alle drie een deel van de 909.000 euro mee naar huis mogen nemen.
Lees ook waar de Nobelprijzen voor de geneeskunde, natuurkunde, scheikunde en vrede dit jaar voor werden toegekend.
Tekst: Frank Mulder
Beeld: Beeld: B. Rooeny/University of Chicago Booth School of Business, Ricardo Mayer/CC BY-SA 3.0, M. Marsland/Yale University