Ze zijn waarschijnlijk de meest talrijke deeltjes in ons universum: neutrino’s. Maar doordat ze vrijwel overal ongemerkt doorheen vliegen (zelfs een plak lood van 1 lichtjaar dik houdt ze nauwelijks tegen), zijn ze heel lastig te onderzoeken en bestaan er nog behoorlijk wat vragen over deze minuscule deeltjes. Zoals: hoeveel wegen ze eigenlijk?
Vanaf het moment dat ze in 1930 werden voorgesteld, was al duidelijk dat neutrino’s in elk geval héél weinig wegen. Decennialang leek zelfs de meest waarschijnlijke mogelijkheid dat deze deeltjes helemaal niets wegen, maar inmiddels weten we dat dát niet klopt. De reden: er zijn drie soorten neutrino’s en waarnemingen van diverse experimenten wijzen erop dat neutrino’s van de ene in de andere soort kunnen veranderen. Dit verschijnsel, neutrino-oscillatie genaamd, kan echter alleen optreden als de drie neutrinosoorten verschillende massa’s hebben, zo volgt uit onze deeltjestheorieën – en dan kunnen ze dus niet alle drie niets wegen.
Bijna niks
Wat neutrino’s dan wél precies wegen, is een van de grote openstaande vragen in de natuurkunde. Tot nu toe hebben we niet de neutrinomassa’s an sich kunnen bepalen, maar alleen de verschillen tussen de kwadraten van de massa’s. Wel is er een bovengrens: dankzij onder meer waarnemingen van de Europese satelliet Planck weten we dat de drie neutrinomassa’s bij elkaar opgeteld maximaal 2,2 miljoen keer zo klein zijn als de massa van een elektron. Oftewel: “bijna niks” is vooralsnog het beste antwoord op de vraag “wat weegt een neutrino?”.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: Celine Celines/CC BY-SA 2.0