Je kon er natuurlijk op wachten. Het Amerikaanse leger heeft belangstelling voor de nieuwe, zelfmikkende wapens van TrackingPoint.
Dat beweerde tenminste een marketingman van het bedrijf op de Shooting, Hunting, and Outdoor Trade Show (kortweg de SHOT Show) in Las Vegas. Het zou gaan om ‘meerdere exemplaren’ van de XS1 – .338 Lapua Magnum – en die kopen ze natuurlijk niet voor niets.
De wapens in kwestie zijn Precision Guided Firearms; geweren waarvan het richtsysteem is geautomatiseerd. Een jaar geleden schreven we:
“Op basis van de naam zou je kunnen denken dat het wapen geleide projectielen afvuurt die zichzelf dus tijdens de vlucht bijsturen. Dat is niet zo. Het ‘guided’ gedeelte zit in het wapen zelf en het werkt zo. Als jagermans zijn prooi heeft gespot, richt hij zijn jachtgeweer. De telescoop levert streaming video aan een soort head-up display. Daarop wijst de schutter met een druk op de knop de plek aan waar de kogel terecht moet komen en houdt hij de trekker ingedrukt.
Een Linux-computer doet dan razendsnel berekeningen op basis van allerlei variabelen: de buitentemperatuur, de luchtvochtigheid, de afstand tot het doel, de schiethoek… Het enige wat de jager vervolgens hoeft te doen, is het vizier weer op het doel te richten en als dat gebeurt, schiet het systeem de kogel volautomatisch af.”
Allemaal prachtig, maar de prijs van het wapentuig zal wel even slikken zijn. Een compleet geweer kost namelijk 27.000 dollar (19.800 euro). En dat is een heel stuk duurder dan de 700 dollar (515 euro) die men op dit moment moet neertellen voor een M4, het standaardwapen. Zelfs de 6500 dollar (4700 euro) die het leger moet neertellen voor een M70-snipergeweer, valt daarbij in het niet. Maar de prijs van de XS1 zal opwegen tegen de garantie dat een doel op 1200 meter ook daadwerkelijk neergaat.
Bronnen: Tracking Point, Popular Science
Beeld: Tracking Point