In onze oceanen drijft oneindig veel kunststof troep. Tijd voor een grote schoonmaak. Maar hoe pak je zoiets aan?
Ongeveer vijftig jaar geleden stak een jochie van veertien jaar zijn hoofd boven de reling van een schip uit en zag niets dan schuimende golven en stralend blauw water. Datzelfde jochie is nu een man op leeftijd: Captain Charles Moore. Het beeld van toen koestert hij, want dat krijgt hij nooit meer te zien. Moore is de ‘ontdekker’ van de plasticsoep. En dat vindt hij vreselijk.
“Vijftig jaar geleden heb ik geen stukje plastic gezien. Op dit moment is de situatie in de oceanen zo erg dat er in sommige gebieden meer plastics drijven dan plankton. En dat is zorgwekkend”, aldus Moore.
De plasticsoep is een bijzonder fenomeen. Het is niet één soep, maar het beslaat vijf gebieden in de wereldoceanen. Hoe groot die gebieden zijn, is erg onduidelijk. Schattingen lopen uiteen van 700.000 tot zelfs 15 miljoen vierkante kilometer. Veel plasticafval eindigt in de oceaan en wordt door golfstormen bijeengedreven op die vijf plekken. Deze drijvende vuilnisbelten veroorzaken grote problemen. Zo groot dat het uiteindelijk dodelijk kan zijn voor de mens.
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 3/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 6 februari tot en met 5 maart.
Meer informatie:
- Sync.nl: Wat te doen tegen plastic soep
- Plastic Soup Foundation
- Klean Worldwide: Plastic Soep voor Dummies
- Trouw: Lantaarnvis eet plastic soep
Tekst: Gerben Kamphorst
Beeld: Trapholt