Elke zondag op de KIJK-site: een legendarische gebeurtenis of een opmerkelijk vliegtuig uit de luchtvaartgeschiedenis. Deze keer: hoe de Luftwaffe bij wijze van oefening een Spaans stadje platbombardeerde.
26 april 1937 begon als een rustige maandag in Guernica. Maar er was onheil op komst. Op 30 kilometer van het ruim vijfduizend zielen tellende stadje voerden Spaanse nationalisten onder leiding van generaal Francisco Franco namelijk bloedige gevechten tegen de troepen van de linkse regering. En het front kwam snel dichterbij.
De Spaanse burgeroorlog was op dat moment al een klein jaar aan de gang en was het gevolg van een grote verdeeldheid onder allerlei Spaanse ‘-isten’ en ‘-alen’. De nationalisten kregen bijvoorbeeld steun van de monarchisten, de carlisten, de fascistisch georiënteerde falangisten en andere rechtse groepen uit kringen als de middenstand en industriëlen. De arbeiders bewapenden zichzelf en vormden milities samen met liberalen, socialisten, communisten, anarchosyndicalisten, anarchisten en Baskische en Catalaanse separatisten.
De spanningen liepen uiteindelijk zo hoog op dat een groep rechtse generaals in juli 1936 een gedeeltelijk gelukte (of gedeeltelijk mislukte; afhankelijk van hoe je het bekijkt) staatsgreep pleegde op de regering van president Manuel Azaña.
Doordat verschillende landen zich ermee bemoeiden, groeide het interne conflict al snel uit tot een oorlog tussen het fascisme en het communisme. De Spaanse regering werd daarbij gesteund door onder meer de Russen, terwijl Generalissmo Franco kon rekenen op de steun van Hitler en Mussolini. Duitsland stuurde het beruchte Legioen Condor, een eenheid met tanks, artillerie en vliegtuigen gewapende Duitse vrijwilligers, aangevuld met Italiaanse troepen en materieel. Franco kreeg die hulp niet voor niets. In het kader van ‘umsonst geht die Sonne auf’ moest de Duitse hulp terug worden betaald met ijzer-, wolfraam-, antimoon- en kwikerts uit vooral de Baskische regio.
Medio 1937 verloren de ‘regeringstroepen’ in Spaans Baskenland steeds meer terrein, waarop Franco besloot de terugtrekkende tegenstanders de pas af te snijden. En zo kwam het plaatsje Guernica in beeld, dat tot die tijd letterlijk en figuurlijk buiten schot was gebleven.
Om half vijf in de middag ging plotseling het luchtalarm af en zagen de inwoners van het stadje een vliegtuig aan de horizon opdoemen. Het was een Heinkel 111-bommenwerper, gevlogen door Luftwaffevlieger Rudolf von Moreau. Terwijl de bewoners in het centrum met verbazing naar het overvliegende toestel keken, opende Von Moreau zijn bommenluiken en liet de dood neerregenen op het onbewapende Guernica.
Drie uur en een kwartier lang voerde het Legioen Condor, bestaande uit twee Heinkel He 111s, een Dornier Do 17, achttien Ju 52 Behelfsbomber, geholpen door drie Italiaanse SM.79s (medium bommenwerpers van de Corpo Truppe Volontarie) bombardementen uit. In totaal werden er in die paar uur 22.000 kilo aan vijfhonderdponders, kleinere explosieven en brandbommen afgeworpen.
De Britse Times-oorlogscorrespondent George L. Steer was in de buurt toen het bombardement plaatsvond. Hij schreef dat de tactiek van de Duitsers en de Italianen duidelijk leek. Eerst kwamen de zware bommenwerpers om de bevolking op de vlucht te laten slaan. Daarna werden de machinegeweren van de jachtvliegtuigen ingezet om ze neer te schieten of in de schuilplaatsen te jagen. Tot slot werden de brandbommen afgeworpen om die schuilplaatsen te vernietigen.
Na de aanval, die naar later bleek Operation Rügen heette, was driekwart van alle gebouwen in Guernica met de grond gelijk gemaakt. Over het aantal doden lopen de meningen nogal uiteen. De Baskische regering hield het meteen na de aanval op 1654 doden en 889 gewonden. Maar dat lijkt wat overdreven. Uit Russische archieven zou blijken dat er in die paar uur achthonderd doden vielen en weer andere schattingen gaan uit van tweehonderd tot driehonderd doden. Vooraanstaande historici, onder wie Anthony Beevor, lijken dat laatste getal aan te houden. In dat geval is het een godswonder dat er niet veel meer slachtoffers zijn gevallen.
Het moreel breken
In de dagen na het bombardement brak er een storm van internationale protesten los over deze schaamteloze schending van de mensenrechten. De Nationalisten schoten meteen in de verdediging en gaven de schuld aan de terugtrekkende Republikeinse troepen, die Guernica zouden hebben platgebrand om het uit handen van de vijand te houden. Maar dat bleek door de getuigenissen van de overlevenden en de resten van duizenden bommen niet vol te houden.
Het blijft gissen waarom Guernica werd aangevallen. Het kon een strategische zet zijn, maar in dat geval is het raar dat een wapenfabriek buiten de stad en verschillende kazernes in de buurt ongehavend bleven. Het lijkt erop dat Franco, een fel tegenstander van de Baskische wens om onafhankelijk te worden, met het bombardement het moreel en de weerstand van de bevolking wilde breken.
‘Geen plannen’
Voor de Duitsers was Operation Rügen slechts een goede oefening. Hermann Göring, opperbevelhebber van de Luftwaffe, verklaarde tijdens de Nazi-processen in Neurenberg: “Ik drong er bij Hitler op aan om Franco onder alle omstandigheden te steunen. Ten eerste om de verspreiding van het communisme tegen te gaan en in de tweede plaats om mijn jonge luchtmacht de kans te geven om de techniek van het bombarderen onder echte oorlogsomstandigheden te oefenen.”
Dezelfde onverschilligheid en meedogenloosheid blijkt ook uit de woorden van de commandant van het Legioen Condor, Wolfram von Richthofen (overigens geen familie van WOI-ace Manfred ‘der Rote Baron’ von Richthofen). Hij schreef na de aanval op Guernica in zijn dagboek: “In de avond kwam het bericht dat Guernica was platgebombardeerd. Voor morgen heb ik tot nu toe geen plannen.”
Picasso
Er wordt wel eens beweerd dat ‘Guernica’ de eerste keer was dat de Duitsers met terreurbombardementen onschuldige burgers op de korrel nam. Maar dat is niet zo. Een kleine maand eerder gooiden de Duitse en Italiaanse vliegtuigen namelijk Durango plat, een stad met 10.000 inwoners waarvan er 250 omkwamen.
De reden dat Guernica aanval in onze (en zelfs de Spaanse) ‘historisch breinen’ is blijven hangen is Pablo Picasso. Twee weken na het bombardement schoof de kunstenaar het schilderij waar hij op dat moment aan werkte ter zijde en begon aan een nieuw kunstwerk: Guernica. Maar dat had dus voor hetzelfde geld Durango kunnen heten…
Bronnen: Der Spiegel Online, History Today, Wikipedia
Beeld: Ufficio Storico della Aeronautica Militare Bundesarchiv, Bild 183-H25224, CC BY-SA 3.0, Ian Dunster, Commons:Bundesarchiv