Ziektekiemen bij niezen en hoesten vliegen een stuk verder dan je zou denken. Een onzichtbare gaswolk is daar de oorzaak van.
Onderzoekers van het Amerikaanse instituut MIT hebben met hogesnelheidscamera’s de hoesten en niezen van verschillende mensen vastgelegd. Daarnaast gebruikten ze simulaties en wiskundige modellen om te kijken hoe ver de deeltjes in deze hoesten en niezen kunnen vliegen. Hieruit blijkt dat de kleinere deeltjes niet alleen langer in de lucht blijven hangen dan gedacht, maar ook een grotere afstand afleggen.
“Als je hoest of niest, zie je de grote druppels, of je voelt ze als iemand anders over je heen niest”, vertelt MIT-onderzoeker John Bush. “Maar je ziet niet de onzichtbare gaswolk. Deze wolk – zeker de kleinere deeltjes – gaat veel verder dan de zichtbare druppels.”
Het onderzoek laat zien dat de kleine deeltjes in de gaswolk vijf tot wel tweehonderd keer verder kunnen vliegen dan de individuele grotere druppels. Daarnaast kan de wolk door te circuleren een langere tijd in de lucht blijven hangen en laat hij zich niet zomaar vangen door je handen.
De nies in beeld:
Een goed punt voor onder andere architecten om rekening mee te houden. De kleine deeltjes – met potentiele ziektekiemen – kunnen makkelijker in het ventilatiesysteem belanden dan altijd werd gedacht. Dit wil je met name in ziekenhuizen voorkomen.
Bronnen: Journal of Fluid Mechanics, Massachusetts Institute of Technology
Tekst: Tom Gerrits