Curling, zo redeneert Vladimir tag Prufjet, is niet echt een sport waarbij fysieke superioriteit van belang is. Dus waarom wordt hij niet gemengd beoefend?
Op de redactie graven we in onze hersenen naar alles wat we over curling weten: ijs, stenen fluitketels, poetsenpoetsenpoetsen, de fraaie dames van het Russische olympische curlingteam… En dan is het opperdepop.
Gelukkig is er de Nederlandse Curling Bond. Secretaris Eelco den Boer vertelt ons dat er af en toe best wel gemengd wordt gecurld. Er zijn zelfs kampioenschappen voor mixed teams en mixed doubles, maar de Olympische Spelen zijn vooralsnog voorbehouden aan heren- en damesteams. Is dat terecht?
Ja, legt Den Boer uit: “Er zijn wel degelijk fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen die een rol spelen. Het vegen wordt namelijk niet gedaan om de baan schoon te poetsen, zoals veel mensen denken, maar om de druppels water die op het ijsoppervlak zijn gesproeid te verwarmen en zo een dun laagje water te creëren. Daardoor wordt de steen minder afgeremd en houdt hij een rechtere baan aan.” Voor dat ‘poetsenpoetsenpoetsen’ is vrij veel kracht nodig. Sterke mannelijke vegers kunnen de baan van de steen zo met wel 3 tot 4 meter verlengen, bij vrouwen is dit 2 tot 3 meter.
Daarnaast kunnen mannen net even sneller gooien, waardoor stenen die in ‘het huis’ liggen van hun plaats worden gestoten. “Dit heeft weer gevolgen voor de tactiek die teams hanteren”, zegt Den Boer. “Mannen gebruiken de eigen stenen vaker om die van de tegenstander weg te tikken. Bij de vrouwen zie je meer draws, waarbij de eigen steen op de juiste plek belandt zonder een andere steen te raken.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: AFP/ANP