Planten groeien er slechter door, sperma wordt er langzamer van en het tast het zenuwstelsel van ratten aan: berichten over de schadelijke gevolgen van Wi-Fi vliegen je om de oren. Maar is het echt zo slecht voor de gezondheid?
Vooralsnog lijkt het daar niet op. Er zijn namelijk tal van wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat de elektromagnetische straling waarmee we draadloos internet creëren geen kwaad kan. De WHO en de Gezondheidsraad gaan met die laatste conclusie mee. Zij stellen dat de de frequentie van Wi-Fi-straling niet-ioniserend is, dus niet kankerverwekkend.
Bovendien is de straling waaraan we in een jaar worden blootgesteld ongeveer gelijk aan de straling van twintig minuten mobiel bellen (waarvan overigens ook niet is bewezen dat het schadelijk is). Wi-Fi lijkt tot nu toe dus geen gevaar voor onze volksgezondheid.
Uiteraard blijft het lastig om te bewijzen dat iets nooit schadelijk is. De effecten van Wi-Fi op de lange termijn bij kinderen zijn bijvoorbeeld nog niet duidelijk. Er is groot, dubbelblind onderzoek (kinderen die wel of niet worden blootgesteld aan Wi-Fi zonder dat zij zelf en de onderzoekers het weten) nodig om dat te bewijzen. Tot zulke studies zijn uitgevoerd, kunnen we alle ‘schokkende’ resultaten – de methode achter het spermaonderzoek rammelt bijvoorbeeld nogal – met een korreltje zout nemen.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Tekst: Christa Broekhuizen