Clownsvissen leggen honderden kilometers af tijdens hun babyjaren, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Zit er toch nog een kern van waarheid in de film Finding Nemo.
In de film Finding Nemo legt de jonge clownsvis Nemo ongeveer 1200 kilometer af door van Sydney naar het Groot Barrièrerif te reizen. Een veel te lange afstand voor zo’n kleine beestje zou je denken, maar nieuw onderzoek laat zien dat dit niet zo onzinnig is als het lijkt. Wetenschappers van de Universiteit van Exeter hebben namelijk aangetoond dat zeer jonge clownsvissen honderden kilometers afleggen van de ene populatie naar de andere.
Van noord naar zuid
Voor het onderzoek bezochten de wetenschappers de zuidkust van Oman, een land in West-Azië. Langs deze kustlijn liggen twee koraalriffen die 400 kilometer van elkaar zijn verwijderd. Een aardig eindje dus als je als klein visje van het ene naar het andere gebied wilt reizen. En hoewel in Finding Nemo het tegendeel wordt gesuggereerd, is alleen bewezen dat dieren dit in het larvenstadium kunnen.
Toch zagen de wetenschappers deze migratie ook bij babyclownsvissen. Voor het onderzoek vingen ze vierhonderd vissen en namen ze met een speciale klem DNA van hun vinnen af. Omdat de genen van de populatie aan de zuidkust verschillen van die in het noorden, konden de Britten vaststellen of een clownsvis geboren was aan de zuidkust of een migrant was. Op basis hiervan concludeerden de onderzoekers dat de meerderheid van de clownsvismigranten van noord naar zuid was gereisd.
Succesvolle integratie
Maar hoe zijn jonge visjes van nog geen centimeter groot in staat om zulke afstanden af te leggen? Dit blijkt ze te lukken met behulp van oceaanstromingen die worden opgewekt door de wintermoesson. Zonder deze stromingen zouden de jonkies te uitgeput raken om hun eindbestemming te bereiken.
In beide populaties vonden de onderzoekers overigens niet alleen raszuivere vissen, maar ook hybride soorten – kruisingen tussen de twee soorten clownsvissen. Dit betekent dat de migranten succesvol integreren in hun nieuwe populatie en zich weten voort te planten. En dit zorgt weer voor een hoop nieuwe Nemo’s die een reisje naar het andere koraalrif wagen.
Bronnen: Plos One, University of Exeter via EurekAlert!
Beeld: Tane Sinclair-Taylor