Rondom het kampvuur worden vaak verhalen verteld en liedjes gezongen. Deze gezellige kampvuurgesprekken hebben mogelijk bijgedragen aan de ontwikkeling van onze cultuur en ons denkvermogen.
Antropoloog Polly Weissner bestudeerde ruim 200 gesprekken tussen Afrikaanse bosjesmannen. Ze concludeerde dat de gesprekken overdag een heel ander karakter hadden dan de conversaties in de avonduren. ’s Avonds was er tijd voor het vertellen van verhalen en het versterken van sociale connecties. Weissner denkt dat dit onze voorouders heeft geholpen om hun cultuur en denkvermogen te ontwikkelen.
!Kung bosjesmannen
Weissner besteed al meer dan 40 jaar aan het bestuderen van !Kung bosjesmannen (het uitroepteken staat symbool voor een klikgeluid in hun taal) in de Kalahari woestijn. Deze bosjesmannen leven nog steeds van het jagen en verzamelen, net als onze voorouders. Ze komen de meeste avonden bijeen om het kampvuur. Hoewel ieder gezin zijn eigen vuurplaats heeft, verzamelen meerdere gezinnen zich vaak om een haard.
De antropoloog was benieuwd naar de verschillen tussen de kampvuurgesprekken en de conversaties die de mensen overdag voerden. Ze analyseerde daarom de aantekeningen die ze in 1974 had gemaakt van 174 gesprekken van bosjesmannen in noordwest Botswana. Daarnaast liet ze tussen 2011 en 2013 68 kampvuurverhalen die ze eerder had gehoord opnieuw vertellen. Ze maakte opnames van die vertellingen en analyseerde ook deze.
Overdag klachten, ‘s avonds verhalen
Van de gesprekken overdag bestond 34 procent uit klachten, kritiek en geroddel, 31 procent ging over praktische zaken zoals jagen, 16 procent waren grapjes en 6 procent waren verhalen. ’s Avonds hadden de conversaties een heel ander karakter; maar liefst 81 procent van de gesprekken bestond uit verhalen, slechts 7 procenten uit klachten, kritiek en geroddel en 4 procent uit praktische zaken. De avondconversaties hielpen bovendien bij het organiseren van huwelijken en het delen van voedsel in moeilijke tijden.
De antropoloog concludeert dat kampvuurverhalen helpen om sociale tradities, harmonie en een gevoel van gelijkheid te versterken en om de verbeelding te prikkelen. Ze zegt dat vuur zorgt voor een gevoel van verbondenheid en opwinding en dat er ’s avonds tijd is om sociale informatie te delen.
Cultuur en denkvermogen
Weissner denkt dat het vertellen van verhalen in de vuurgloed bij onze voorouders op dezelfde manier zorgde voor een gevoel van verbondenheid en zo heeft geholpen onze cultuur en ons denkvermogen te ontwikkelen. Het gemeenschapsgevoel en de onderlinge steun, waaraan kampvuren bijdragen, onderscheiden ons van mensapen en hebben ons volgens haar geholpen om de planeet te koloniseren.
Na haar onderzoek, vraagt Weissner zich af wat de komst van kunstmatig licht doet met de maatschappij. We kunnen nu ook ’s avonds werken in plaats van kampvuurverhalen vertellen. Wat doe je als je moet kiezen tussen je werk en het voorlezen van een verhaal aan je kind? Zou dit invloed kunnen hebben op sociale relaties? Het antwoord op de vraag durft ze (nog) niet te geven.
Bronnen: Proceedings of the National Academy of Sciences, University of Utah via EurekAlert!