Onze voorouders gingen weleens van bil met neanderthalers en andere menssoorten, zo blijkt uit onderzoek. Ook jouw genetische opmaak bestaat daardoor voor 2 tot 7 procent uit neanderthaler-DNA. Maar heb je daar eigenlijk nog iets aan?
Stel je eens voor: je zit in de kroeg, op zoek naar contact, naar een beetje liefde. Maar al je inspanningen lopen op niks uit. Dan zie je haar staan, aan het eind van de bar. Ja, ze ziet er wat anders uit: een iets groter hoofd, een platter gezicht, veel uitgesprokener wenkbrauwbotten en een grotere neus. Het is een neandervrouwtje. Niet je eigen soort, maar ook weer niet heel erg anders. Je biedt de wilde schoonheid een drankje aan en een halfuur later lopen jullie gearmd de kroeg uit.
Zo’n 50.000 jaar geleden moet dit tafereel daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, zij het in een prehistorische setting. We weten dit doordat het wetenschappers de afgelopen jaren gelukt is om DNA te isoleren en analyseren van andere mensachtigen, zoals de neanderthalers. En daaruit blijkt dat ergens tussen de 2 en 7 procent van ons DNA van de neanderthaler afkomstig is, verkregen door seks tussen de moderne mens en onze nu uitgestorven naaste verwanten.
“Neanderthalers zien er echt heel anders uit dan moderne mensen”, zegt Nico van Straalen, hoogleraar evolutiebiologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. “Zou je er een op straat tegenkomen, dan is er geen twijfel over mogelijk dat je ziet dat het geen soortgenoot is.” Dat er toch seks tussen de verschillende menssoorten heeft plaatsgevonden, mag een fascinerende verrassing heten. En om het helemaal bijzonder te maken, blijken we nog eigenschappen van hen te hebben overgenomen ook.
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 13/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 13 november tot en met 10 december.
Tekst: Hidde Boersma
Beeld: SPL/ANP