Onderzoekers berekenden dat insecten en andere geleedpotigen in een klein gedeelte van New York jaarlijks al zo’n 1000 kilo junkfood opeten.
In New York leveren geleedpotigen – een stam van dieren waar onder andere de insecten toe behoren – een behoorlijke bijdrage aan de afvalverwerking, zo blijkt uit berekeningen. Alleen al in de middenbermen van Broadway West St. consumeren ze jaarlijks bijna 1000 kilo junkfood.
De onderzoekers plaatsten chips, koekjes en hotdogs in middenbermen en parken in New York. Ze plaatsten overal twee setjes voedsel: één met een kooi eroverheen zodat alleen geleedpotigen er bij konden en één in de open lucht, waar ook bijvoorbeeld ratten er bij konden. Na 24 uur verzamelden ze het overgebleven voedsel om te kijken hoeveel er over was gebleven.
60.000 hotdogs
Dat bleek een flinke hoeveelheid. De wetenschappers berekenden dat geleedpotigen in de middenbermen van Broadway West St. jaarlijks ongeveer 950 kg weggegooid junk food eten. Dat komt neer op 60.000 hotdogs in slechts 24 middenbermen.
Tot hun grote verbazing bleken de geleedpotigen in de middenbermen meer te eten dan degenen in de parken. De wetenschappers denken dat dit komt doordat een van de meest voorkomende soorten in de bermen de zwarte zaadmier is. Deze mier is bijzonder efficiënt in het vinden van voedsel in stedelijke gebieden.
Ratten bestrijden
Door het voedsel binnen en buiten de kooien te vergelijken, toonden de onderzoekers aan dat ook andere dieren (zoals ratten en duiven) het junkfood aten. Volgens de wetenschappers laat dit zien dat mieren en ratten met elkaar concurreren om hetzelfde voedsel. Wat de mieren eten is niet meer beschikbaar voor de ratten, en zo helpen de mieren om rattenplagen te bestrijden, aldus de onderzoekers.
De wetenschappers voerden hun onderzoek twee keer uit: voor en na de orkaan Sandy in 2012. Omdat veel van de locaties waren ondergelopen met brak water verwachtten ze dat er na de orkaan minder voedsel zou worden geconsumeerd. Dit bleek verrassend genoeg echter niet het geval. De voedselconsumptie bleef gelijk.
Bronnen: Global Change Biology, North Carolina State University via EurekAlert!