Wat onderscheidt goede van slechte bowlers? Met behulp van een bal vol elektronica zijn er een aantal antwoorden op die vraag gevonden.
Onderzoeker Franz Konstantin Fuss van de Australische RMIT University paste een bowlingbal zo aan, dat hij ermee kon meten hoeveel druk er tijdens het werpen op de gaten wordt uitgeoefend. Daarna liet hij er zowel slechte als goede bowlers drie verschillende worpen mee uitvoeren: rechtdoor, met een bocht (hook) en met een draaiing (spin).
Over dit onderzoek publiceert Fuss nu in het tijdschrift Sports Technology. In zijn artikel concludeert hij onder andere dat “betere bowlers grotere krachten op de bal uitoefenen als ze bij het werpen hun arm naar voren zwaaien, wat leidt tot een hogere snelheid en versnelling”. Ook was bij deze bowlers op een aantal punten het verschil tussen de armzwaai naar voren en die naar achteren groter, en wisten ze een groter moment op de bal over te dragen.
Helaas voor bowlers die het naadje van de kous willen weten, is het volledige wetenschappelijke artikel niet gratis online te lezen. Je zult dus de beurs moeten trekken, wil je je spel verbeteren met Fuss’ bevindingen.
Bronnen: Sports Technology