De mogelijkheid om stenen gereedschappen stevig vast te kunnen houden, is eerder geëvolueerd dan werd aangenomen.
Een van de kenmerken die ons, de moderne mens, uniek maakt, is het vermogen om complexe gereedschappen in elkaar te knutselen. Dit hebben wij niet alleen te danken aan ons uitzonderlijke brein, maar ook door de kracht en behendigheid van onze handen. En onze voorouders zouden hier eerder bij zijn geweest dan werd gedacht – zelfs een half miljoen jaar voordat de stenen gereedschappen werden gemaakt, zo melden onderzoekers van de University of Kent.
Middenhandsbeentjes
Eerder onderzoek wees uit dat een kleine botconstructie in onze hand genaamd processus styloideus alleen voorkwam bij het geslacht Homo. Deze constructie verbindt de botjes in onze hand met die van de pols. Hierdoor kunnen we steviger knijpen en onze duimen gebruiken voor extra grip. Onze vroegere voorouders van het geslacht Australopithecus, die 3 tot 2 miljoen jaar geleden op aarde ronddartelden, zouden de processus styloideus niet hebben gehad.
Maar toch hebben Tracy Kivell en haar onderzoeksteam bewijs gevonden dat de grip van deze mensachtigen stevig en precies genoeg was om stenen voorwerpen te kunnen maken en gebruiken. Om tot deze conclusie te komen, onderzochten ze het netwerk van botjes in de middenhandsbeentjes – de trabeculae. Aan de hand van deze structuurtjes kunnen wetenschappers zien of de handen werden gebruikt om in bomen te klimmen of objecten te grijpen op de manier dat wij dit doen. En dit laatste bleek het geval bij de Australopithecus.
Stenen gereedschap
Het oudste stenen gereedschap ooit gevonden, heeft een leeftijd van 2,6 miljoen jaar en komt uit Ethiopië. Aangezien de Australopithecus zo’n 3 miljoen jaar geleden op aarde voorkwamen, hadden zij dus al bijna een half miljoen jaar de mogelijkheid om deze voorwerpen te maken en te gebruiken.
Bronnen: Science, Livescience
Beeld: T.L. Kivell & M. Skinner