De invasieve vuurmier eigende zich in de zestiende eeuw de wereld toe dankzij Spaanse handelsroutes.
De uiterst succesvolle, maar zeer agressieve vuurmier (Solenopsis geminata) komt van oorsprong alleen voor op het Amerikaanse continent. Toch zaait deze soort vandaag de dag bijna overal ter wereld dood en verderf. Wetenschappers uit de Verenigde Staten bestudeerden het DNA en kwamen tot de conclusie dat het driftige insect dankbaar gebruikmaakte van de wereldwijde handelsroutes die de Spanjaarden in de zestiende eeuw aanlegden.
Verscholen
Toen de eerste Spaanse schepen zo’n vijfhonderd jaar geleden heen en weer begonnen te pendelen tussen Amerika en het Verre Oosten, bestond de vracht niet alleen uit zilver en specerijen. Om de grote vaartuigen in balans te houden, werd ook aarde, zand en steen ingeladen. Precies daarin zaten de vuurmieren verscholen. Zodra de ballast ergens aan land werd gebracht, konden de beestjes zich eenvoudig verspreiden – vergelijkbaar met de soldaten die uit het paard van Troje kropen.
Om de exacte gebiedsuitbreiding van de mier in kaart te brengen, bekeken wetenschapper Dietrich Gotzek van de Universiteit van Illinois en zijn team het zogenoemde mitochondriaal DNA (mtDNA) van bijna tweehonderd vuurmierenpopulaties. Deze manier van modern DNA-onderzoek is erg betrouwbaar en werd daarom bijvoorbeeld ook gebruikt om de reislustigheid van het Vikingvolk aan te tonen.
Vroege overtocht
Door veranderingen in het mieren-DNA op de tijdlijn van de Spaanse handelsgeschiedenis te leggen, zo schrijven de wetenschappers in het blad Molecular Ecology, werd er een duidelijk verband zichtbaar. De vroegst ontwikkelde vuurmieren bleken uit Mexico te komen. Modernere varianten stamden uit het Filipijnse Manila en gebieden in dezelfde regio zoals China; precies waar de eerste Spaanse handelsroutes lagen. Van daaruit – en met de alsmaar toenemende internationale zeevaart – begon de invasie van vrijwel elk tropisch gebied in Australië, Afrika en India.
Inmiddels zijn de vuurmieren op veel van deze plekken een ware plaag. Ze verspreiden zich razendsnel door landbouwgebieden, waar ze enorme schade aanrichten. Zo verjagen ze bijvoorbeeld insecten die belangrijk zijn voor bestuiving van gewassen en knagen ze zelfs door waterleidingen heen. Met zijn vroege overtocht is de invasieve vuurmier, op de mens na, waarschijnlijk de eerste soort die de succesvol gebruikmaakte van de internationale handelsroutes.
Bronnen: Molecular Ecology via Wiley Online Library, LiveScience
Beeld: Julie McMahon (landkaart)