De fluweelworm spuugt plakkerige slijmdraden uit om zijn prooi te vangen. Het mechanisme hiervan is nu eindelijk doorgrond.
Fluweelwormen eten uitsluitend andere beestjes. Gezien hun traagheid, is dit bijzonder. Hun prooi vangen ze door een slijmachtige substantie uit hun kop te spuiten. Lange tijd was het een raadsel hoe zo’n sullig beestje met zoveel kracht kan spugen. Dit is nu uitgezocht door onderzoekers onder leiding van Andrés Concha.
Het spuugmechanisme kan het beste worden vergeleken met een grote smalle spuit. Aan het puntje van de spuit zit een elastieken band, die lijkt op het buigzame gedeelte van een rietje. Hiermee kan de worm genoeg kracht zetten om zijn slijm met hoge snelheid weg te spugen. Het slijm maakt hij in zijn staart en komt eruit via papillen op zijn kop.
Tuinslangeffect
Deze papillen zorgen er ook voor dat de slijmslierten een golvende beweging maken wanneer ze worden weggespoten, zoals te zien is in het filmpje hieronder. Deze bewegingen noemen de onderzoekers het ‘zwaaiende tuinslang’-effect. De worm kan dit effect creëren zonder met zijn kop te gaan zwiepen, dankzij de elasticiteit en gegolfde vorm van de papillen. Daarnaast zorgt deze vorm ervoor dat het slijm alle kanten wordt opgespoten.
Met deze kennis willen de onderzoekers onder andere een nieuw soort lijm gaan maken. Je vingers blijven namelijk al na 7 seconden aan elkaar plakken als de worm over je handen spuugt.
Bronnen: Nature Communications, Harvard University via EurekAlert!
Beeld: Bruno Vellutini/CC BY 2.0
Filmpje: Cristiano Sampaio-Costa, Bernal Morera-Brenes, Julian Monge-Najera, Andres Concha/CC BY 4.0