Bloemen zijn niet alleen leuk om in een vaasje te zetten. Planten die ervan zijn voorzien, hebben een enorme invloed op het klimaat en de biodiversiteit.
Dat blijkt uit onderzoek van C. Kevin Boyce en Jung-Eun Lee, beide verbonden aan de faculteit Geofysische Wetenschappen van de Universiteit van Chicago. Zij gingen met behulp van klimaatmodellen na hoe de wereld eruit zou zien zonder planten met bloemen (de zogenoemde bedektzadigen), die veel meer vocht aan de lucht kunnen afgeven dan andere planten.
Vooral de regenwouden van Zuid-Amerika zouden er heel anders aan toe zijn zonder dit soort planten: er zou daar per jaar 300 milliliter minder neerslag vallen. Ook duurt het droge seizoen langer en het regenseizoen korter. Hierdoor krimpt het deel van het regenwoud met de meeste neerslag (meer dan 100 milliliter per maand) met maar liefst 80 procent.
Andere gebieden rond de evenaar hebben wat minder te lijden onder dit, toegegeven, nogal hypothetische scenario. In Zuid-Oost-Azië en Maleisië blijft de regenval redelijk op peil door de nabijheid van de zee, terwijl veel tropische bossen in Afrika ook met bedektzadigen al redelijk droog zijn door andere factoren.
Richting de polen wordt het effect minder. Daar verliezen veel bomen en planten hun bladeren in de winter, waardoor hun totale invloed op het klimaat kleiner wordt. Toch krijgt bijvoorbeeld het oosten van Noord-Amerika 30 tot 50 procent minder neerslag in het model van Boyce en Lee.
Daarnaast hebben de bedektzadigen een gunstige invloed op de biodiversiteit. Uitgaande van een verband uit 2007 tussen de diversiteit van tropische planten en het aantal natte dagen, stellen Boyce en Lee dat als je in het oosten van het Amazonegebied alle plantensoorten met bloemen zou vervangen door soorten zonder bloemen, er maar half zoveel plantensoorten zouden voorkomen.
Kortom: koester ze, die bloemen.
Bronnen: Proceedings of the Royal Society B, ScienceNOW