Als je 10 euro op straat vindt, kan dat al tot een fikse ruzie leiden. Laat staan als het om een schip met een lading van miljarden dollars gaat. In Colombia zorgt het in ieder geval voor juridisch gesteggel op hoog niveau.
Begin december liet de Colombiaanse regering weten dat men een spectaculaire vondst had gedaan. Men had het wrak gevonden van de San Jose, een Spaans galjoenschip uit de zilvervloot dat in 1708 voor de kust van de stad Cartagena door een Brits schip naar de kelder werd geholpen. Aan boord zou een lading goud en edelstenen zijn met een huidige waarde van 4 tot 17 miljard dollar.
Wat de Colombianen even vergaten te vertellen, was dat ze al jaren met een Amerikaans bedrijf bakkeleien over de verdeling van de buit. Dat commerciële bergingsbedrijf, Sea Search Armada (SSA), beweert namelijk dat zij de San Jose al in 1982 hebben opgespoord en eist dus 50 procent van de opbrengst.
De Colombiaanse regering, ook de kwaaiste niet, deed SSA onlangs een aanbod. Het Amerikaanse bedrijf mocht bewijzen dat het wrak inderdaad precies op die coördinaten ligt waar ze het 33 jaar geleden hebben aangetroffen. Als dat lukte, zouden ze hun deel krijgen.
Coördinatieproblemen
Maar dat kan de SSA niet. Volgens directeur Jack Harbeson is het probleem namelijk dat de plaatsbepalingssystemen in 1982 veel minder nauwkeurig waren dan nu. Ze kunnen dus wel grofweg het gebied aangeven waar het wrak ligt, maar niet de exacte coördinaten. Daar kan wel een paar honderd meter verschil in zitten. En dus wijst de Colombiaanse regering de claim af.
Nu bepaalde een Colombiaanse rechter al eerder dat geen van de partijen het gebied (waarvan de coördinaten uiteraard streng geheim worden gehouden) mag bezoeken totdat er een gerechtelijke uitspraak is. SSA beschuldigt de Colombiaanse regering er nu van dat het dat gerechtelijke bevel heeft genegeerd. Men zou, zo denkt het bergingsbedrijf, nooit zo stellig kunnen beweren dat een deel van het schip níet op de door SSA aangewezen plek ligt, als de tegenpartij daar geen onderzoek hadden gedaan.
Kortom: de komende tijd zal er binnen en buiten de rechtszaal nog heel wat geruzied worden. En misschien niet alleen tussen Colombia en SSA. Het goud en de edelstenen aan boord kwamen 300 jaar geleden namelijk uit Peru en Bolivia en die landen zouden ook een deel van de poet op kunnen eisen. En dat geldt ook voor de Spanjaarden, want het was tenslotte hun schip…
Meer lezen over commerciële bergingsbedrijven en het leegroven van archeologische zeeschatten. Pak dan KIJK 7/2014 er nog even bij. Daar staat het verhaal Schatgraven onder water in.