Het klonk altijd al als een wat riskant idee: zwavel in de atmosfeer pompen om de klimaatverandering te compenseren. Nieuw onderzoek zet nog wat extra vraagtekens bij dit plan.

Zwavelverbindingen in de stratosfeer van de aarde spuiten is een van de bekendste voorbeelden van geo-engineering, een verzamelnaam voor technische ingrepen om de klimaatverandering tegen te gaan. Het idee erachter: zwavel vormt deeltjes in de atmosfeer die zonlicht weerkaatsen, waardoor de temperatuur op aarde op peil gehouden kan worden.

Volgens de nieuwe studie, gedaan door wetenschappers van de Carnegie Mellon-universiteit en de Universiteit van Oxford, is het op zich makkelijk om scenario’s te verzinnen waarbij zwavelinjecties ervoor zorgen dat de temperatuur stabiel blijft tot 2080. Maar er kleeft ook een groot nadeel aan: de hoeveelheid regen loopt terug.

Een ander effect is dat het zwavelscenario dat perfect is voor een bepaalde regio een minder gewenst resultaat kan opleveren voor de regio ernaast. Wil je het klimaat van China constant houden, dan wordt India kouder dan het nu is. Kies je er daarentegen voor om India optimaal te helpen, dan wordt het in China te warm.

“Het kan onmogelijk blijken om het klimaat in alle gebieden tegelijkertijd te stabiliseren op deze manier”, schrijven de onderzoekers in het tijdschrift Nature Geoscience. “Regionale verschillen kunnen een consensus over wat de beste hoeveelheid geo-engineering is moeilijk, zo niet onmogelijk maken.”

Bronnen: Nature Geoscience, Nature News

Beeld: K.L. Ricke, M.G. Morgan & M.R. Allen/Nature Geoscience