Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Precies 175 jaar geleden begon de Californische goudkoorts. Inmiddels is die al lang afgekoeld, maar er is nog genoeg goud te vinden in de wereld. Je kunt er ook in Nederland – zelf – naar op zoek.
Op 24 januari 1848 vond de Amerikaanse timmerman James W. Marshall goud bij de Suttor’s Mill in Californië en ontketende daarmee een goudkoorts die de Amerikaanse staat niet snel zou vergeten. De koorts hield aan tot 1856 en zo’n 300.000 mensen migreerden naar Californië.
In Nederland is er – op een kleine verhoging na – nooit een goudkoorts geweest. Maar er is hier wel degelijk goud te vinden.
Stroomopwaarts
“Overal in Nederland zit goud in de grond.” Aan het woord is geologe en oud-wereldkampioen goudpannen Esther van Diggelen. Zojuist heeft ze in haar ‘oefenbak’ in de achtertuin voorgedaan hoe dat pannen in zijn werk gaat. Binnen twee minuten heeft ze vijf minuscule goudschilfertjes uit haar volle ‘pan’ met zand gevist.
Van Diggelen vond als ware gold digger goudkorreltjes in allerlei uithoeken van de wereld. Maar goud zoeken kan óók in Nederland. Dat heeft te maken met de Rijn, een goudhoudende rivier. De oorspronkelijke goudbron, stroomopwaarts in Zwitserland, is inmiddels helemaal ‘op geërodeerd’, maar de rivier bevat nog steeds talloze gouddeeltjes. Omdat de Rijn in de loop der miljoenen jaren van richting is veranderd, beslaat zijn stroomgebied praktisch heel ons land. En dus kun je overal goud vinden. “Al zijn die gouddeeltjes erg klein en bijzonder lastig om te vinden”, erkent Van Diggelen.
Terwijl ze een paar glinsterende flintertjes laat zien, vertelt ze: “Ik wilde eens kijken wat je bij ons uit de Rijn kunt vissen. Wat je hier ziet is het resultaat van een paar weekenden pannen.” De stukjes zijn klein, maar dat is logisch. Zoals met alle sedimenten zinken ook bij goud eerst de grootste en zwaarste deeltjes. De kleinere stukjes worden verder getransporteerd, en belanden uiteindelijk in Nederland. De goudkorrels van Van Diggelen komen uit de buurt van Spijk, tegen de Duitse grens. “We wisten dat we zo ver mogelijk stroomopwaarts moesten zoeken. Aan de noordelijke oever van de Rijn was het prijs.”
Lees ook:
- Amateurgoudzoeker vindt grote klomp
- Waarom is goud eigenlijk geel?
- Picture Perfect: gruwelijke goudwinning
Kilo’s zware nuggets
De expeditie naar Spijk ging Van Diggelen om de kick. Ondanks de hoge goudprijs zul je van goud zoeken in Nederland niet rijk worden. Wie nog een flink pensioen-gat te vullen heeft, kan zijn heil beter ergens anders zoeken. In Amerika, Canada, Australië, China, Rusland of Zuid-Afrika is veel meer goud dan in Nederland. Het zou niet voor het eerst zijn dat daar klompen (nuggets geheten) van 10 kilogram of meer uit de grond worden gevist.
Zulke joekels zijn momenteel per stuk zo’n 570.000 euro waard. Maar hoe vind je ze? Daarvoor heb je allereerst geologische kennis nodig. Goudafzettingen kunnen zowel primair als secundair zijn. In primaire goudafzettingen is goud neergeslagen in chemische reacties tussen hydrothermale (erg hete) vloeistoffen en gesteente. Dit soort afzettingen komt veel voor in vulkanisch actieve gebieden, zoals hot springs, maar je vindt ze ook in geologische breukzones en in bijvoorbeeld kwartsaders. Secundaire goudafzettingen ontstaan wanneer stromend water een primaire afzetting ‘af erodeert’. Het goud wordt dan verderop in de rivier of het beekje opnieuw afgezet met het riviersediment. Dit worden placerafzettingen genoemd.
‘Primair goud’ is vaak lastig te vinden en te winnen, en komt vooral voor in de vorm van goudaders; lange slierten goud die zijn afgezet tegen kwartslagen. De lengte van zo’n ader varieert enorm. De meeste gold rushes richten zich daarom op het ‘secundaire goud’. Dit goud kan zo klein zijn als in Nederland, maar er worden dus ook kilo’s zware nuggets gevonden. Wie weet waar hij moet gaan zitten, geduld heeft, een goudpanlesje heeft gevolgd, en dicht genoeg bij de bron zit, kan met wat mazzel een aardig zakcentje bij elkaar pannen.
Gunstige voorwaarden
Op grote schaal is redelijk goed te voorspellen in welke gebieden goud te vinden is. Van Diggelen legt uit: “Een paar voorwaarden zijn belangrijk. Zo is in een goudrijk gebied vaak geologische activiteit, dankzij een vulkaan of een breukzone. Er moet een goudhoudende rivier hebben gestroomd. Maar het belangrijkste principe is: als er eerder goud is gevonden, zit er waarschijnlijk meer.”
Wie dat alles in kaart brengt, kan met enige zekerheid voorspellen waar ter wereld goud zou kunnen liggen. Maar je moet het kostbare metaal natuurlijk ook nog te pakken kunnen krijgen. En dus moet er ook water in de buurt zijn. Of je nu grote nuggets wilt vinden of kleine korreltjes, je hebt water nodig om het goud op een of andere manier te scheiden van de rest.
Als alle gunstige voorwaarden op één locatie aanwezig zijn, is de kans dat er winbaar goud ligt redelijk groot. Je weet nu in welke richting je af moet reizen. En dan ga je letten op lokale omstandigheden, vertelt Van Diggelen: “In de lente smelt er veel sneeuw in de bergen, waardoor het waterpeil in de rivieren snel stijgt. Op de plekken waar het water dan staat, ligt vaak goud. Je kunt ook letten op bochten in de rivier, of op ondiepe gedeelten. Maar het allerbelangrijkste is toch je gut feeling.”
Vergeten goudberg
Intuïtie dus, een verfijnd goudzintuig dat je in de loop der tijd ontwikkelt. Maar als prille goudzoeker wil je vooral weten: waar kan ik zo snel mogelijk zoveel mogelijk geld verdienen? Het eerste antwoord is: in China en Rusland. Dat zijn de twee landen die het meeste goud produceren. Maar daar is het niet al te veilig voor buitenlandse avonturiers.
“Canada is een goed alternatief”, aldus Van Diggelen. “Daar kun je relatief goedkoop een stuk grond claimen. Je koopt het niet, maar hebt wel recht op de opbrengst. Eén nadeel: wanneer je een stuk claimt, moet je dat land voor een minimaal bedrag bewerken.”
Dat is een investering, maar Van Diggelen heeft zelf ondervonden wat je er voor terug kunt krijgen; goudkoorts. “Ik heb ooit een half uurtje mogen pannen op een berg in Yukon die ze tijdens de beroemde Klondike Goldrush van eind negen-tiende eeuw waren vergeten. Dat was de enige keer dat ik er echt een beetje hebberig van werd. In elke pan lag zóveel goud.”
Oma en de Inca’s
Hoewel goud noch het zeldzaamste, noch het waardevolste metaal is, geldt het al sinds de tijd van de Egyptische farao’s als hét symbool voor welvaart en rijkdom. We zijn er zelfs zo zuinig op dat volgens sommige cijfers meer dan 95 procent van al het goud dat ooit is gewonnen, nog in omloop is. Zo zouden de familiejuwelen van oma gemaakt kunnen zijn van het goud dat lang geleden door Inca’s is gevonden.
“Die menselijke goudlust valt wel te verklaren”, zegt Thomas Chaize, analist van de goudmarkt. “Het is niet alleen de schaarste; platina is ook zeldzaam, maar dat veroorzaakt minder waanzin. Goud is universeel. Overal in de wereld kun je ermee betalen. In de allerarmste landen is goud sparen zelfs de enige manier van betrouwbaar sparen, omdat geld door enorme inflaties vaak niets meer waard is.”
Daarnaast, legt Chaize uit, is goud bijzonder goed verdeeld. Het zit bijna overal in kleine hoeveelheden in de bodem en vrijwel alle landen hebben al eeuwenlang een bepaalde hoeveelheid goud in hun bezit. Dat bevordert de ruilhandel. Ook is goud relatief makkelijk te winnen en goed te bewerken. Chaize: “En misschien wel het allerbelangrijkste: goud gaat nooit roesten.”
Goudmeevaller
De afgelopen vijfduizend jaar is zo’n 190.000 ton aan goud gewonnen. Hoeveel goud er nog in de grond zit, is onbekend. Dat is ook niet zo relevant, legt Van Diggelen uit, het gaat erom hoeveel goud je nog kunt winnen. De grootste hoeveelheden goud liggen namelijk op plaatsen waar je toch nooit bij kunt. Volgens cijfers van de United States Geological Survey (USGS) is er nog zo’n 50.000 ton aan winbaar goud, waarvan ongeveer de helft al is gelokaliseerd. Het ‘makkelijke’ goud is bijna helemaal weg.
Het kost dus steeds meer moeite om bij het edelmetaal te komen, enkele lokale meevallers daargelaten. Het goede nieuws: zoals Van Diggelen al aangaf, het is niet onmogelijk om zelf een van die meevallers op je naam te schrijven. Wie zijn baas beu is, vindt dat hij niet genoeg verdient, nooit de loterij wint of gewoon wat avontuur wil: in Canada moet je zijn.
Dus boek een vliegticket, neem een goudpan mee en ga als doe-het-zelf-Dagobert Duck je eigen geldpakhuis bij elkaar zoeken. Voor de types met minder lef: neem een vrije dag en ga in onze eigen Rijn op zoek naar heuse Hollandse goudkorreltjes. Minder lucratief, wel leuk.
Dit artikel is een geactualiseerde versie van een Amateurgoudzoeker vindt grote klompverhaal dat verscheen in KIJK 9/2010.
Tekst: Tim van Ham
Openingsbeeld: rustyphil/123RF