Waarom hebben vissen kieuwen? Om onder water mee te kunnen ademen, zou je zeggen. Maar nieuw onderzoek wijst in een andere richting.
Nobelprijswinnaar August Krogh was de eerste die suggereerde dat de kieuwen van vissen zijn ontwikkeld om beter te kunnen ademen. Andere onderzoekers breidden zijn theorie daarna uit.
De laatste tien jaar twijfelen onderzoekers echter of de kieuwen wel ontwikkeld zijn voor het ademen. Ze beredeneerden dat vissen, om te zorgen dat ze niet verschrompelen (zoals je vingers doen als je te lang in bad zit), constant natrium- en kaliumionen met hun omgeving moeten uitwisselen. Vislarven doen dat bijvoorbeeld door hun huid, maar bij het snel veranderen van het zoutgehalte in het water hebben vissen een efficiëntere manier nodig om ionen uit te wisselen. Volgens bioloog Peter Rombough (Brandon University te Manitoba, Canada) gebruiken ze daar hun kieuwen voor.
Maar waarvoor zijn de kieuwen dan in eerste instantie ontwikkeld? Voor het ademen of voor die ionenuitwisseling? Rombough en zijn collega’s plaatsten een larve van een regenboogforel in een ruimte met twee delen. In het ene deel zat het hoofd (waar de kieuwen zitten), in het andere de staart. Aan het begin van de proef werd de hoeveelheid ionen en zuurstof gemeten, daarna konden de onderzoekers niets anders dan wachten.
Na vijftien dagen wisselden de kieuwen meer ionen uit dan de staart dat deed. Het duurde nog tien dagen voordat zuurstof werd uitgewisseld met de omgeving. Rombough denkt dat de kieuwen dus in eerste instantie zijn ontwikkeld om ionen uit te wisselen.
Greg Goss, een bioloog van de Universiteit van Alberta in Canada, denkt dat dit onderzoek weer meer bewijs is dat kieuwen inderdaad geëvolueerd zijn voor ionenuitwisseling. Maar hij zou nog wel graag willen weten welke genen er het eerste waren: die behorend bij de zuurstofuitwisseling of die van de ionenuitwisseling. Volgens zoöloog Pung-Pung Hwang zou het onderzoeksteam nog naar meer oudere vissen moeten kijken, zoals steurvissen.
Bronnen: ScienceNOW